8.3 en 8.4

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Noodhulp?

structurele hulp?

Noodhulp

1. hulp bij honger of een andere ramp
2. samenwerken aan duurzame oplossingen

Wat zijn voorbeelden van noodhulp?

1. Medicijnen, mobiel en onderdak
2. Voedsel, onderwijs en speelgoed
3. Medicijnen, voedsel en speelgoed
4. Voedsel, medicijnen en onderdak

Waar houdt het IMF zich mee bezig?

1. Bevorderen wisselkoersstabiliteit
2. Vrij internationaal betalingsverkeer
3. Geld lenen aan landen in financiële problemen
4. Bewaken vrede

Buffervoorraden en grondstoffenovereenkomsten zorgen voor...

1. meer inkomen in een arm land
2. minder inkomen in een arm land
3. onstabiele grondstofprijzen
4. stabiele grondstofprijzen

Waarom sluiten landen grondstoffenovereenkomsten?

1. Om geen tekorten te krijgen.
2. Om de vraag te beïnvloeden.
3. Om kartelvorming te bevorderen.
4. Om de prijs stabiel te houden.

Noodhulp

Structurele hulp

Geld geven voor voedsel als de oogst in Somalië door droogte mislukt is, is ............ hulp.

Kinderen in ontwikkelingslanden leren lezen is .......... hulp.

Met ............ hulp hebben ontwikkelingslanden meer kans op economisch zelfstandig te worden.

De samenwerking tussen rijke landen en ontwikkelingslanden noem je ontwikkelingshulp. 

Door ................................... kan de economische zelfstandigheid van landen verbeteren.

Bij rampen of conflicten geven landen vaak

Bij  ...................................... bied het hulp biedende land voorwaarden aan het ontwikkelingsland.

Structurele hulp

Noodhulp

Gebonden hulp

Ongebonden hulp

Structurele hulp

Noodhulp

Korte termijn

Lange termijn

Medicijnen, tenten

Voedsel

Goed onderwijs

Moderne machines

Wat is geen nadeel van globalisering

1. De werkgelegenheid afgenomen in gebieden waar het productiewerk weg is gehaald
2. De kloof tussen arme en rijke landen is toegenomen
3. De kloof binnen landen tussen rijke en arme mensen is toegenomen
4. Meer werkgelegenheid in gebieden die productiewerk hebben overgenomen

Globalisering is:

1. De groei van mensen in steden
2. De toenemende uitwisseling van informatie en goederen wereldwijd
3. De toename van influencers op Instagram
4. De toenemende afname van mensen die in fabrieken werken in westerse landen

Als je kiest voor een fairtrade product dan betaal je daar

1. meer voor dan gewone producten
2. minder voor dan gewone producten
3. hetzelfde voor als gewone producten
4. altijd een minimumprijs voor

Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden.

1. Fairtrade zorgt voor dat de producten van de boeren in arme landen eerlijk prijs krijgen.
2. Maatschappelijk verantwoord ondernemen
3. Wereldhandelsorganisatie
4. Een voorwaarde is dat kleine boeren organiseren en samenwerken. (Cooperaties

Wat zijn de nadelen van een monocultuur?

1. Bij een misoogst heb je minder of geen inkomsten
2. Als de vraag daalt op de wereldmarkt, dan heb je minder of geen inkomsten
3. je bent afhankelijk van maar 1 of enkele exportproducten
4. Vaak zijn het onbewerkte grondstoffen en die leveren bij export minder op dan industriële producten

Mali heeft een monocultuur. Wat is het kenmerk van een monocultuur

1. De export brengt maar weinig geld op
2. De export is extra gevoelig voor prijsschommelingen
3. De import is extra gevoelig voor prijsschommelingen
4. De import kost veel geld