H10 paragraaf 1 "Geluid maken en ontvangen"

H10 "Geluid maken en ontvangen"
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H10 "Geluid maken en ontvangen"

Slide 1 - Slide

Planning
Kort bespreken toets
  • Hoe ging het?
  • Waren er punten die je nog lastig vond?

    Opstarten H10

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt herkennen dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
  • Je kunt herkennen dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid bij echo berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de werking van een echolood beschrijven.

Slide 3 - Slide

Geluid is...
  • een trilling (let maar op;))
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen ( let maar op;))
  • verplaatst zich als een golf

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron.
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals light.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 8 - Quiz

Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren

Slide 9 - Quiz

0

Slide 10 - Video

drukverandering

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe werkt het oor?

Slide 14 - Slide

Hoe bereikt het geluid jouw oren?
De luchtdruk rondom het voorwerp verandert een klein beetje, waardoor de trillingen zich in alle richtingen bewegen. 

De trillingen bewegen door een tussenstof naar jouw oren. 

Meestal is die tussenstof lucht 

Slide 15 - Slide

Tussenstof

De tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd. 

De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn. 

De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

1) Wat gebeurde hier?
2) Hoe kan dit?

Slide 19 - Open question

Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Luchtledige
D
Vloeistoffen

Slide 20 - Quiz

Geluid verplaats door.....
A
Muziek
B
Elektronen
C
Golven
D
Neuronen

Slide 21 - Quiz

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 22 - Quiz

Geluid horen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je oren. 

Je trommelvlies gaat meetrillen met de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort' 

Slide 23 - Slide

Snelheid berekenen

Slide 24 - Slide

Afstand berekenen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Bij de volgende vragen ben je je aantekeningen schrift nodig.
Je maakt de opdrachten in je aantekeningen schrift in de les gaan we ze behandelen.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Wat hebben we net waargenomen?
  • De Shepard Tone is een auditieve illusie, waarbij het lijkt of een toon steeds blijft stijgen of dalen, maar dit eigenlijk niet doet.
  • Je drukt het aantal trillingen per seconde uit in hertz (Hz).
  • De laagste toon die je kan horen, noem je de onderste gehoorgrens.

  • De hoogste toon die je kan horen, is de bovenste gehoorgrens. 

  • Het gebied tussen beide gehoorgrenzen heet het gehoorbereik.
  • Het geluidsniveau geeft aan hoe hard of hoe zacht een geluid is.
  • Je meet het in decibels (dB)

Slide 31 - Slide

Een microfoon is een ........

A
Geluidsbron
B
Geluidsontvanger

Slide 32 - Quiz

Het menselijk gehoor kan geluiden horen met een frequentie tussen ....
A
20 en 2000 Hz
B
20 en 30000 Hz
C
10 en 20000 Hz
D
20 en 20000 Hz

Slide 33 - Quiz

Geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Afsluiting
1) Geef een korte samenvatting van deze les.
2) Stel een vraag over deze les.
3) Beantwoord de gestelde vraag.
4) Noem een leerdoel en geef aan of we dit hebben behaald.



Slide 36 - Slide

Huiswerk
Maak nu de opdrachten uit je boek, zoals je dit met je docent hebt afgesproken.

Slide 37 - Slide