H3 zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Nederlands 18-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Lezen in leesboek
  3. Theorie: zijn, hebben, willen, kunnen en zullen
  4. Zelfstandig werken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 18-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Lezen in leesboek
  3. Theorie: zijn, hebben, willen, kunnen en zullen
  4. Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Boekverslag
De bibliotheken zijn gewoon open, dus ik verwacht van je dat je een boek hebt uitgekozen en dat je die inmiddels ook in huis hebt.

De deadline van het boekverslag blijft op 14 februari staan. 
Aan jou nu de taak om te gaan lezen. Zorg dat je het boek 7 februari uit hebt. In die week gaan we het boekverslag maken.

Vanaf volgende week neem je het boek mee naar de lessen.

Slide 2 - Slide

Datum SO Taalverzorging H1,2,3
Wat moet je kennen en kunnen?
Hoofdstuk 1 (werkwoorden, de-woorden en het-woorden & hoofdletters en leestekens)
Hoofdstuk 2 (persoonsvorm, laatste letter -d of -t & korte en lange klanken)
Hoofdstuk 3 (onderwerp, de ik-vorm van het werkwoord & zijn, hebben, willen, kunnen en zullen (kader: + lidwoord en zelfstandig naamwoord)) 

Vrijdag 21 januari. De SO telt 1x mee.


Slide 3 - Slide

Taalverzorging
Wij gaan nu verder met Taalverzorging H1,2,3.

Voor de vakantie heb je geleerd:
  1. Wat werkwoorden zijn
  2. Wat de persoonsvorm en het onderwerp is en hoe je die kan vinden in de zin
  3. Hoe je de ik-vorm van het werkwoord schrijft
  4. Wanneer je een -d of -t schrijft aan het einde van een woord
  5. Wanneer je hoofdletters en leestekens plaatst in een zin

Slide 4 - Slide

Taalverzorging H1,2,3
Vandaag leer je hoe je de werkwoorden zijn, hebben, willen, kunnen en zullen schrijft.

Slide 5 - Slide

Lezen in leesboek

Slide 6 - Slide

Startopdracht
Maak in je schrift een tekeningetje van de volgende zinnen zonder woorden te gebruiken:
  1. Wij voetballen in het park.
  2. Ik gooi de steen in het water.
  3. Jij fietst door het bos.
  4. Het zou gaan regenen. 

Slide 7 - Slide

Zijn, hebben, willen, kunnen & zullen
Werkwoorden zijn woorden die je kan uitvoeren.
Stel de vraag: kan ik dit doen?

Lopen
ik loop
jij loopt
wij lopen

Slide 8 - Slide

Zijn, hebben, willen, kunnen & zullen

Slide 9 - Slide

Zijn, hebben, willen, kunnen & zullen

Slide 10 - Slide

Zijn, hebben, willen, kunnen en zullen
Deze werkwoorden moet je goed uit je hoofd leren. 

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
1 t/m 5 op blz. 117-119

Eerste 10 minuten in stilte. Heb je vragen? Steek je hand op.
Deze opdrachten zijn huiswerk voor de les van vrijdag
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide