This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lichamelijke Opvoeding
Sportquiz
Test jezelf qua kennis over verschillende sporten
Slide 1 - Slide
Welke beweegactiviteiten heb jij tot nu toe al gedaan?
Slide 2 - Mind map
Op welke manier hou je de speer bij speerwerpen vast?
A
Met je hand als een vuist om de omwikkeling
B
Duim en wijsvinger achter de omwikkeling, de rest eromheen en pink voor
C
Met 3 vingers
D
Niet
Slide 3 - Quiz
Hoeveel stappen mocht je zetten tijdens het speerwerpen?
A
Uit stand of drie-pas
B
Eerst een sprintje
C
Twee-pas
D
Maakt niet uit
Slide 4 - Quiz
Welke van de onderstaande sporten is een individuele sport?
A
Volleybal
B
100 m. sprint (atletiek)
C
Zwemestafette
D
Waterpolo
Slide 5 - Quiz
Welke 4 onderdelen hebben we in periode 1 (buiten) behandeld?
A
Speerwerpen, hockey, tennis en korfbal
B
Korfbal, voetbal, hockey en badminton
C
Speerwerpen, voetbal, hockey en softbal
D
Voetbal, honkbal, rugby en hockey
Slide 6 - Quiz
Voor de bovenhandse techniek bij volleybal is het belangrijk dat je
A
een vierkantje maakt tussen duimen en wijsvingers
B
met jouw team in een ruit-opstelling gaat staan
C
een evenwijdige plank maakt van je onderarmen
D
een driehoekje maakt tussen duimen en wijsvingers
Slide 7 - Quiz
Wat is NIET toegestaan bij uni-hockey?
A
De bal aannemen met je voet
B
De bal achter het doel langs spelen
C
De stick tussen de benen van de ander plaatsen
D
De bal via de boarding spelen
Slide 8 - Quiz
Hoe heet de pass over korte afstand bij hockey?
A
De bully
B
De push
C
De crosspass
D
De stootslag
Slide 9 - Quiz
Om het hardlopen lang te kunnen volhouden kun je het beste:
A
Alles geven in het begin en zien hoelang je het volhoudt
B
In een gelijkmatig (constant) tempo blijven lopen
C
De avond ervoor een grote bord spaghetti eten
D
Tempo-stukjes afwisselen met rustige stukjes
Slide 10 - Quiz
Hoe wordt Epke Zonderland ook wel genoemd?
A
De arts
B
The flying dutchman
C
De nuchtere Fries
D
The dutchman on wings
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Wat is het verschil tussen een radslag en een arabier?
A
Bij een arabier zet je met 1 voet af, bij een radslag met 2
B
Bij een radslag zet je met 1 voet af, bij een arabier met 2
C
Bij een arabier is de landing met 2 voeten tegelijk, bij de radslag voet voor voet
D
Bij een radslag is de landing met 2 voeten tegelijk, en bij de arabier voet voor voet
Slide 14 - Quiz
Hoe heet de nieuwe spits van Feyenoord?
A
Lucas Pratto
B
Luca Patta
C
Luuk de Jong
D
Lucas Patton
Slide 15 - Quiz
Wa
Wat is second dribble bij basketbal?
A
Dribbelen met 1 hand en steeds afwisselen met je andere hand
B
Dribbelen met je "verkeerde" hand
C
Dribbelen, stoppen en de bal vasthouden en weer starten met dribbelen
D
Dribbelen met een 2-pas
Slide 16 - Quiz
Bij een aanval mag geen enkele speler van het team met balbezit vanaf de helft van de tegenstander terugspelen naar de eigen helft. Overtreding van deze regel heet:
A
Half-court
B
Back-court
C
Jump-shot
D
Defense
Slide 17 - Quiz
Wanneer zet je een lay-up in?
A
Op het moment dat je ruimte naar de basket hebt
B
Als de verdediger voor je staat
C
Op het moment dat je medespeler vrij staat
D
Na het geven van een bouncepass
Slide 18 - Quiz
Welke bewering over de volleybalregels is NIET waar?
A
De bal mag het net raken
B
Een team mag maximaal 3x balcontact achter elkaar hebben
C
Een speler mag het net raken
D
Een speler mag niet direct blokkeren wanneer iemand opslaat
Slide 19 - Quiz
Hoeveel spelers staan er in het veld bij één hockey-elftal?
A
9 spelers
B
10 spelers
C
11 spelers
D
12 spelers
Slide 20 - Quiz
Hoe heet de mat waarop judo wordt beoefend?
A
Do-jo
B
Tatami
C
Ha-jimeé
D
Matté
Slide 21 - Quiz
Op welke ondergrond wordt getennist op Wimbledon?
A
Hard court
B
Gravel
C
Gras
D
Smash court
Slide 22 - Quiz
Welk land mag in 2022 het WK voetbal organiseren?
A
Duitsland
B
Qatar
C
Rusland
D
Brazilië
Slide 23 - Quiz
Hoe heet het als je bij bowlen alles in 1x omgooit?
A
Spare
B
Ace
C
Strike
D
Birdy
Slide 24 - Quiz
Wie was in 2020 de teamgenoot van Max Verstappen?
A
Gasly
B
Albon
C
Ricciardo
D
Leclerc
Slide 25 - Quiz
Welke atleet heeft als eerste mens een marathon onder de 2 uur gelopen?
A
Haile Gebrselassie
B
Abdi Nageeye
C
Mike Foppen
D
Eliud Kipchoge
Slide 26 - Quiz
Jutta Leerdam is topsportster, welke sport doet ze?
A
Wielrennen
B
Schaatsen
C
Hardlopen
D
Voetballen
Slide 27 - Quiz
Waarmee kwam voetballer Quincy Promes afgelopen jaar in het nieuws?
A
Hij scoorde een hattrick.
B
Hij werd opgepakt door de politie.
C
Hij bakte er weken niks van.
D
Hij stopte met voetballen en werd rapper.
Slide 28 - Quiz
Sanne Wevers is een turnster. Ze won olympisch goud in 2016, maar op welk onderdeel?
A
Evenwichtsbalk
B
Sprong
C
Vloer
D
Brug met ongelijke leggers
Slide 29 - Quiz
Dit is de sport
A
Badminton
B
Tennis
C
Squash
D
Tafeltennis
Slide 30 - Quiz
Als een wielrenner de regenboogtrui draagt, dan is hij?
A
Nationaal kampioen
B
Europees kampioen
C
Olympisch kampioen
D
Wereldkampioen
Slide 31 - Quiz
Hoe heet de keepster van het Nederlandse handbalteam?
A
Estevana Polman
B
Lois Abbingh
C
Tess Wester
D
Martine Smeets
Slide 32 - Quiz
Bij welke sport horen de volgende termen? Blokken / Set-up / Touché
A
Badminton
B
Volleybal
C
Korfbal
D
Tennis
Slide 33 - Quiz
Bij welke club speelt Memphis Depay?
A
Barcelona
B
Paris Saint Germain
C
Manchester United
D
Olympique Lyon
Slide 34 - Quiz
Welke sport wordt hier gespeeld?
A
Lacrosse
B
Honkbal
C
Hurling
D
Cricket
Slide 35 - Quiz
Van welke 2 sporten is duathlon een combinatie?
A
Hardlopen en wielrennen
B
Wielrennen en zwemmen
C
Zwemmen en hardlopen
D
Judo en atletiek
Slide 36 - Quiz
Welke kleur begint altijd bij het schaken?
A
Wit
B
Zwart
Slide 37 - Quiz
Welke van deze sporten wordt NIET op ijs gedaan?
A
Curling
B
IJshockey
C
Lacrosse
D
Bobsleeën
Slide 38 - Quiz
Hoeveel spelers staan er in totaal op een basketbalveld?
A
22 spelers
B
14 spelers
C
16 spelers
D
10 spelers
Slide 39 - Quiz
Welke sport wordt met deze bal gespeeld?
A
Bowls
B
Bossabal
C
Rugby
D
American Football
Slide 40 - Quiz
Naar welk lichaamsdeel wordt gekeken bij de finish van de sprint?
A
De uitgestoken arm die over de finish komt
B
Het hoofd dat, bijvoorbeeld na een snoekduik, over de finish komt