woorden van de week

De woorden van de week
Verklaring
werkstuk
zweven
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

De woorden van de week
Verklaring
werkstuk
zweven

Slide 1 - Slide

Maak zelf een zin met het woord
verklaring

Slide 2 - Open question

werkstuk

Slide 3 - Mind map

Maak zelf een zin met
werkstuk

Slide 4 - Open question

Maak nu zelf een zin met het woord
zweven

Slide 5 - Open question

Fictie



3 basis

3 kader  

Slide 6 - Slide

Fictie

Slide 7 - Mind map

Non-fictie

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Realistisch / niet-realistisch

Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn


Realistisch;
-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt

Niet-realistisch;
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren




Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

The hunger games is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Oorlogswinter is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Black Panther is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 20 - Quiz

Beschrijven van persoon

Karaktereigenschap         gedrag van een persoon

 

Zichtbaar uiterlijk               feiten over hoe iemand eruit ziet


Onzichtbaar kenmerk       achtergrond - milieu waar je in leeft


Slide 21 - Slide

zichtbaar uiterlijk

Slide 22 - Mind map

Beoordelingswoorden
Over fictie kun je je mening geven, dat doe je met beoordelingswoorden.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

beoordelingswoorden

Slide 25 - Mind map



De boeken van Carry Slee zijn...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 26 - Quiz



Een nieuwsbericht in de 7-Days krant is ...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 27 - Quiz



Johan Cruijf had bruin haar.
Dit is een ...
timer
0:10
A
Karaktereigenschap
B
Uiterlijk kenmerk
C
Onzichtbaar kenmerk

Slide 28 - Quiz


Een beoordelingswoord is ...
A
een feit
B
een argument
C
een mening
D
een idee

Slide 29 - Quiz


Het journaal is ...
A
Heel realistisch
B
Een beetje realistisch
C
Niet-realistisch

Slide 30 - Quiz



Een krantenartikel in de krant De Speld is ...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 31 - Quiz