Week 9 chap 4 les 4 de gebiedende wijs

Aïe, j'ai mal!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aïe, j'ai mal!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je weet hoe je moet zeggen dat je ergens pijn hebt.

2. Je kent de werkwoorden:
écrire + être 

3. Je kunt de gebiedende wijs maken en gebruiken.

Slide 2 - Slide

Programma
1. quizje werkwoorden

2. Terugblik vorige les: avoir mal à 

3. Uitleg grammatica : gebiedende wijs

Slide 3 - Slide

Kies de juiste vorm
ik schrijf
A
j'ecrive
B
j'écris
C
j'écrit
D
j'écrivais

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste vorm
zij is geweest
A
elle a été
B
elle est été
C
elles sont été
D
elle a étée

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vorm
jij schreef
A
tu as écrit
B
tu écris
C
tu écrivais
D
tu écrivait

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vorm
zij (m) zijn
A
il est
B
Ils ont
C
Ils êtrent
D
ils sont

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vorm
wij schrijven
A
Nous écrivez
B
Nous écrivons
C
Nous avons écrit
D
Nous écrivions

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vorm
Hij is geweest
A
il est été
B
il était
C
il a été
D
il est

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vorm
zij schreef
A
elle écrit
B
elle écrivait
C
elle a écrit
D
elle écrivais

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm
jullie hebben geschreven
A
vous écriviez
B
vous écrivez
C
vous êtes écrits
D
vous avez écrit

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Hoe zeg je....?

Ik heb pijn in mijn voet
A
J'ai mal à la pied
B
J'ai mal au pied
C
J'ai mal aux pied
D
J'ai mal à pied

Slide 13 - Quiz

Hoe zeg je....?

Ik heb pijn in mijn been?
A
J'ai mal à la jambe
B
J'ai mal aux jambe
C
J'ai mal au jambe
D
J'ai mal à l'jambe

Slide 14 - Quiz

Hoe zeg je...?

Ik heb pijn in mijn buik?
A
J'ai mal à le ventre
B
J'ai mal au ventre
C
J'ai mal à la ventre
D
J'ai mal à ventre

Slide 15 - Quiz

Hoe zeg je...?

Ik heb pijn aan mijn oor.
A
J'ai mal à l'oreille
B
J'ai mal au oreille
C
J'ai mal aux oreille
D
J'ai mal à la oreille

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Je spreekt meerder personen aan en jezelf
Zet het werkwoord in de gebiedende wijs.

(aller) à la plage

Slide 19 - Open question

Je spreekt 1 persoon aan. Je gebruikt de beleefdheidsvorm.
Zet het werkwoord in de gebiedende wijs.

(Entrer)

Slide 20 - Open question

Je spreekt 1 persoon aan.
Zet het werkwoord in de gebiedende wijs.

(Fermer) ton livre!

Slide 21 - Open question

Les devoirs 
Leren:
Woordjes Chapitre 4 Les 5 + gebiedende wijs
werkwoorden: faire + lire
Maken:
Chap 4 Les 4 opdrt. 11 en 12

Slide 22 - Slide