3.4 planten

3.4 planten
  • Herhalen 3.3 dieren
  • Uitleg 3.4 planten
  • werken aan opdrachten in het boek
Spullen op tafel
      Boek, schrift en etui
Regel dit binnen 3 minuten !!
timer
3:00
Leerdoelen:
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten
 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.4 planten
  • Herhalen 3.3 dieren
  • Uitleg 3.4 planten
  • werken aan opdrachten in het boek
Spullen op tafel
      Boek, schrift en etui
Regel dit binnen 3 minuten !!
timer
3:00
Leerdoelen:
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten
 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.

Slide 1 - Slide

Een krokodil is:
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 2 - Quiz

Een sponsdier is:
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 3 - Quiz

Een gewervelde is:
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 4 - Quiz

Een lieveheersbeestje heeft een:
A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 5 - Quiz

Eukaryoten

Slide 6 - Slide

Planten
Groenwieren
Rijk:
Stam:
Klasse:
Zaadplanten
Sporenplanten
Vaatplanten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Planten
Groenwieren
Rijk:
Stam:
Klasse:
Zaadplanten
Sporenplanten
Vaatplanten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Planten
Groenwieren
Rijk:
Stam:
Klasse:
Zaadplanten
Sporenplanten
Vaatplanten

Slide 11 - Slide

Sporenplanten
Mossen en varens zijn sporenplanten.

Ze hebben wortels, stengels en bladeren. 
Geen bloemen







Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Planten
Groenwieren
Rijk:
Stam:
Klasse:
Zaadplanten
Sporenplanten
Vaatplanten

Slide 16 - Slide

Groenwieren
Kunnen eencellig of meercellig zijn;
Geen stengels, bladeren en bloemen

Voortplanting door middel van sporen of celdeling


Slide 17 - Slide

Maken 3.4
Opdracht 4 t/m 8 (vwo)
Opdracht 5 t/m 8 (havo)

Stilte!
timer
7:00

Slide 18 - Slide

Zeewier
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Algen

Slide 19 - Quiz

Sporenplanten hebben bloemen
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Hoort de varen tot de sporenplanten of de zaadplanten?
A
Sporenplanten
B
Zaadplanten

Slide 21 - Quiz