paragraaf 3.4

paragraaf 3.4

Stedelijke cultuur in Nederland
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

paragraaf 3.4

Stedelijke cultuur in Nederland

Slide 1 - Slide

De nachtwacht
- Geschilderd door Rembrandt
- Schutterij wordt afgebeeld.
- 18e eeuw verhuisden ze het naar een zaal in het stadhuis. Er wordt een stuk afgesneden omdat de muur in de zaal te klein was.
- Nu is het schilderij van onschatbare waarde.

Slide 2 - Slide




Schutterij: rijke burgers verdedigen de stad

Burgers geven zelf opdracht voor dit schilderij

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Een burgerlijke cultuur
- In Europa zijn de koning de kerk en de adel de grootste opdrachtgevers voor bouwmeesters en kunstenaars.
- In de republiek is er geen koning en de katholieke kerk heeft weinig macht.
- In de republiek is de rijke burgerij de belangrijkste opdrachtgever.
- schilderijen waren status symbool en een mooie aankleding voor de de huizen.
- landschappen, stadsgezichten, scenes uit het dagelijks leven en zelfportretten waren populair.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

bekende schrijvers
- Jacob Cats: Zet calvinistische levenslessen op rijm.
- Joost van Vondel: Dreef de spot met fanatieke calvinisten.
- Er was een grote verdraagzaamheid en tolerantie in de maatschappij aanwezig.

Slide 9 - Slide

gewetensvrijheid
- Er werden boeken gedrukt die in andere landen verboden waren. (Anti - christelijke boeken, anti - monarchie boeken etc.)
- Toch was er geen godsdienstvrijheid. De gereformeerden hadden overal de meeste rechten.
- Alle katholieke kerkgebouwen waren omgebouwd naar calvinistische kerken.
- Alleen calvinisten konden regent worden.
- Soms mochten Lutheranen en Joden ook gebedsgebouwen bouwen.
- Katholieke kerk was verboden maar bijeenkomsten werden gedoogd.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

invloed calvinisme
- Geformeerden wilden rust in hun gebied. Een goede vertaling van de bijbel is daarvoor belangrijk.
- Statenbijbel werd gemaakt (20 jaar aan gewerkt 1637 klaar)
-Bijbel heeft veel invloed op het denken maar ook op de Nederlandse taal (uitdrukkingen en woorden die door iedereen gelezen werden)
- De invloed van de dominee was ook groot maar niet oneindig. Veel gelovige wilden toch niet zo vroom leven als de dominee ze voorhield. (kermissen, dansfeesten en toneelspelen waren populair)

Slide 12 - Slide

Calvinisme
- De bijbel is Gods woord
- Er wordt door de Saten-Generaal een bijbelvertaling gemaakt:
Statenbijbel in 1637

- Deze werd veel gelezen

Slide 13 - Slide

Statenbijbel gevolg
- In de Republiek konden veel mensen lezen
- veel uitdrukkingen komen uit de bijbel
- Dominees hadden veel invloed en wilden veel oude katholieke feesten verbieden
- Regenten stonden wel veel toe

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Vluchtelingen 17e eeuw
- 1580-1620: uit Zuidelijke Nederlanden door 80-jarige oorlog
- Joden uit Spanje en Portugal (vervolgd door overheid en katholieke kerk)
- Joden uit Duitsland en Oost-Europa (anti-semitisme)
- 1685: Hugenoten uit Frankrijk omdat Lodewijk XIV Edict van Nantes intrekt
- economische vluchtelingen uit Duitsland etc

Slide 16 - Slide

Veel steden heten migranten welkom
- kooplieden nemen geld en handelscontacten mee
- protestantse ambachtslieden namen veel vakkennis mee (lakenindustrie etc)
- economische migranten welkom voor ongeschoolde arbeid in de nijverheid, aanleggen trekvaarten en VOC

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

vluchtelingen
- Joodse mensen kwamen naar Nederland omdat hier meer verdraagzaamheid was. Zeker na 1585 na de val van Antwerpen.
- Veel Hugenoten vluchten na 1685 naar de Republiek.
Zowel de Hugenoten als de Joden namen veel kennis geld en handelscontacten mee naar Nederland.

Slide 20 - Slide

werkzoekenden
- Veel migranten kwamen naar de Republiek om economische redenen. (vooral uit Duitsland en Scandinavië )
- De lonen lagen hier wat hoger dan in hun thuisland.
- Deden vaak eenvoudig en zwaar werk en gingen na een tijdje weer terug naar hun moederland.
- Hielpen mee met het aanleggen van kanalen, polders en trekvaarten.
- Ook gingen er veel in dienst op een VOC schip

Slide 21 - Slide