Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Republiek in de Gouden Eeuw een plek was waar wetenschap, kunst en cultuur kon bloeien.
Slide 3 - Slide
In de Republiek:
Was meer vrijheid en tolerantie dan in andere landen.
Andere godsdiensten werden gedoogd.
Veel geleerden konden schrijven wat ze wilden
Slide 4 - Slide
Wetenschap
Voor rijke inwoners van de Republiek was het mogelijk om te gaan studeren aan universiteiten.
Wetenschappers delen kennis en de resultaten van hun onderzoeken.
Slide 5 - Slide
Christiaan Huygens en het slingeruurwerk
De microscoop van Antoni van Leeuwenhoek
Slide 6 - Slide
De molengang, uitgevonden door Simon Stevin.
Gebruikt door Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het droogleggen van de Beemster
Slide 7 - Slide
Wetenschappelijke revolutie
Baruch Spinoza: god is geen opperwezen, god is in alles
Rationalisme
Slide 8 - Slide
Hugo de Groot
1583-1645
Hugo de Groot schreef boeken over geschiedenis, wetgeving en godsdienst.
Slide 9 - Slide
Schilderkunst
Ook in de schilderkunst is er een Gouden Eeuw.
Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Jan Steen en Frans Hals
zijn de belangrijkste Nederlandse schilders uit die tijd
Slide 10 - Slide
Sinds is de Nachtwacht 363 bij 438 cm, maar dat was het schilderij niet toen Rembrandt het maakte! Het was toen een stuk groter: 500 bij 387 cm. Maar omdat het schilderij niet paste op de plaats waar het zou gaan hangen in het stadhuis op de Dam (tegenwoordig Paleis op de Dam), werden er in 1715 stukken vanaf gesneden.
Benieuwd hoe de Nachtwacht eruit zag vóór de stukken eraf waren gesneden? Klik op de afbeelding rechtsonder in de hoek.
De Nachtwacht heet tegenwoordig zo, maar de oorspronkelijke titel is: De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburghmaakt zich gereed om uit te marcheren.
Het is onduidelijk waar de naam Nachtwacht precies vandaan komt. Is het misschien de kleur van het schilderij? Of was dit inderdaad een nachtwacht?
Kapitein Frans Banninck Cocq
Luitenant Willem van Ruytenburgh
Schilderijen van schutterijen (een soort politie) waren erg populair in de tijd. De leden van een schutterij betaalden veel geld om er goed en stoer uit te zien. Rembrandt had voor het maken van dit schilderij ongeveer 3500 gulden verdiend. Dat was in die tijd veel geld, maar niet ongebruikelijk voor een schilderij van Rembrandt.
Is dit Rembrandt zelf? Sommige mensen zeggen van wel.
Het meisje stelt een soort mascotte voor. Aan haar riem hangt een dode vogel. Vooral de twee poten van het beest, de klauwen, zijn duidelijk te zien. Ze zijn het symbool voor de kloveniers (de schutters), die ook wel klauweniers werden genoemd.
Kloveniers waren schutters met een musket (geweer). Rembrandt heeft in zijn schilderij laten zien wat er allemaal bij komt kijken om zo'n musket te gebruiken. Zo vult er één zijn musket met kruit; ééntje schiet zijn musket af en een ander reinigt zijn musket door het kruit weg te blazen.
Het is bijna niet te zien, maar in hun wapen hadden de Kloveniers twee klauwen van een vogel. Die twee klauwen zie je ook weer terug bij de vogel die het meisje bij zich draagt.
Op dit schild staan de namen van de personen die zijn afgebeeld (en waarschijnlijk ook hebben betaald).
Hoeveel is de Nachtwacht waard? Dat is niet te zeggen: het schilderij is nooit verkocht of te koop aangeboden. Er is later weleens geprobeerd om het uit te rekenen. Ze kwamen toen uit op een bedrag van 500 miljoen Euro!
De signatuur (soort handtekening) van Rembrandt: Rembrandt f 1642
Sommige leden van de schutterij weigerden te betalen toen ze het schilderij zagen: ze stonden er maar half op! Of keken de andere kant op! "Daarvoor ga ik niet betalen!", zeiden sommigen
Honden op schilderijen waren vaak een teken van trouw ('trouwe viervoeter'). Of de hond in dit schilderij dezelfde functie heeft, trouw aan de stad Amsterdam, is niet bekend.
De Nachtwacht lijkt misschien een rommeltje, maar als je goed kijkt zitten er duidelijk 'lijnen' in. Dat zie je bijvoorbeeld aan de lansen en geweren.
Slide 11 - Slide
Armoede in de Gouden Eeuw
60/70% van de inwoners van de Republiek) verdiende net genoeg om te kunnen leven.