TA3 Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de eerste, derde en vierde naamval.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Met (mij) ______geht es gut.

Slide 11 - Open question

Bei (jou)______ist es schön.

Slide 12 - Open question

Das ist von (hem)_______

Slide 13 - Open question

Was schenkst du dein___ Mutter zum Geburtstag?

Slide 14 - Open question

Seine Frau hat ______(hem) dieWahrheit nie erzählt.
A
er
B
ihm
C
ihn
D
Sie

Slide 15 - Quiz

Marie hat d____ alten Dame ihren Sitzplatz angeboten.
A
dem
B
die
C
den
D
der

Slide 16 - Quiz

Der Lehrer gibt sein___ Schüler__ (mv) die Noten.
A
seiner + n
B
seinem +n
C
seinen + n
D
seine + n

Slide 17 - Quiz

Weet jij nu het verschil tussen de derde en de vierde naamval?

Slide 18 - Open question