Herhaling hfdst 6 Sociaal gedrag: pag. 126-132

Herhaling hfdst 6 Sociaal gedrag: pag. 126-132
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Sociologie en psychologieSecundair onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling hfdst 6 Sociaal gedrag: pag. 126-132

Slide 1 - Slide

Zou je deze persoon helpen?
Ja, ik help zeker en vraag wat hij nodig heeft.
Ja, ik geef wat geld.
Ik voel twijfel om te helpen.
Nee, ik wandel voorbij.

Slide 2 - Poll

Niet iedereen toont hetzelfde gedrag
Ieder geeft een eigen betekenis aan de prikkel en reageert afhankelijk van wie hij of zij is en hoe de situatie is.

Slide 3 - Slide

Lenin beschreef gedrag als volgt. Gedrag is het resultaat van een wisselwerking tussen
A
omgevingsfactoren en opvoeding
B
persoonlijkheidskenmerken en omgevingsfactoren
C
betekenisverlening en omgevingsfactoren
D
persoonlijkheidskenmerken en opvoeding

Slide 4 - Quiz

Welk persoonlijkheidskenmerk speelt hier een rol?
A
man in armoede
B
perfectionisme
C
behulpzaamheid
D
de man geld geven

Slide 5 - Quiz

Beïnvloedende factoren van gedrag
Verschillende interne en externe factoren beïnvloeden ons gedrag. Welke ken je nog?

Slide 6 - Slide

interne en externe factoren

Slide 7 - Mind map

Hoe heet het gedrag dat betrekking heeft op anderen?

Slide 8 - Open question

Upload een foto van prosociaal gedrag

Slide 9 - Open question

Zit solidariteit ingebakken in onze natuur?
Zeker, iedereen is bekommerd om het welzijn van anderen
De meesten helpen anderen indien nodig
Sommige mensen gaan anderen in nood helpen
Mensen handelen uit eigenbelang en bieden anderen geen hulp

Slide 10 - Poll

Mensen zijn van nature solidaire wezens
Dit blijkt uit onderzoek van psycholoog Verhaeghe en het Disaster Research Center.
Toch hebben sommige mensen moeite om te geloven dat we solidair zijn.

Slide 11 - Slide

Waarom denken sommigen
dat we niet solidair zijn?

Slide 12 - Mind map

Hoe noemden de 11 jongens zich
die bij orkaan Katrina in New Orleans
voedsel, kledij en medicijnen uitdeelden?

Slide 13 - Mind map

Je bereidheid  om te helpen wordt bepaald door beïnvloedende factoren
Zoals, je mate van ingroupfavoritisme, je vooroordelen, het halo-effect, het horn-effect,...

Slide 14 - Slide

Ken je Kitty Genovese nog? De vrouw die vermoord werd in New York.
Zou je haar helpen moest jij de moord zien gebeuren vanuit het appartmentsgebouw?
Nee, iemand anders helpt wel
Ik zou enkel de politie bellen
Ik ga naar buiten om te zien wat ik kan doen
Ik zoek nog een andere oplossing

Slide 15 - Poll

Hoe heette dit effect ook alweer?

Slide 16 - Mind map

Wat was het bystander effect of omstandereffect ook al weer?

Slide 17 - Open question

Bij het omgekeerd omstandereffect gaan mensen helpen op 2 voorwaarden:
A
niet-levensbedreigende situatie + slachtoffer lijkt sympathiek
B
niet-levensbedreigende situatie + omstanders communiceren met elkaar
C
levensgevaarlijke situatie + slachtoffer lijkt sympathiek
D
levensgevaarlijke situatie + omstanders communiceren met elkaar

Slide 18 - Quiz

Vond je dit een toffe manier om leerstof te herhalen en wil je nog eens met LessonUp werken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll