This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Keuzedeel Internationalisering
Slide 1 - Slide
Waarden en Normen
Je ziet op de volgende dia 4 voorbeelden van Nederlandse waarden én normen die hierbij horen. Sleep de normen en waarden die bij elkaar horen naar elkaar toe.
Slide 2 - Slide
Bescheidenheid
Tolerant
Punctueel
Zuinig
Acceptatie ten opzichte van abortus, drugs of homoseksualiteit
Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg
Bij afspraken op tijd komen
1 koekje bij de koffie, belust op koopjes, rekening delen bij uiteten gaan
Slide 3 - Drag question
Voor hoeveel mensen uit de Europese Unie is Nederlands de moedertaal?
A
17 miljoen mensen
B
19 miljoen mensen
C
21 miljoen mensen
D
23 miljoen mensen
Slide 4 - Quiz
In hoeveel landen is Nederlands de officiële taal?
A
1
B
3
C
6
D
5
Slide 5 - Quiz
Uit welke 4 lagen bestaat het ui-diagram?
A
Symbolen, Helden, Rituelen, Waarden
B
Symbolen, Normen, Tradities, Helden
C
Cultuur, Waarden, Tradities, Normen
D
Symbolen, Rituelen, Tradities, Normen
Slide 6 - Quiz
Wat is een vooroordeel?
A
Het anders behandelen van iemand op basis van een kenmerk
B
Een mening die je over iemand hebt zonder die persoon te kennen
C
Het uitgangspunt waarmee je naar de wereld kijkt
D
Patroon hoe je naar de wereld kijkt
Slide 7 - Quiz
Wat is het nut van stereotypen?
A
Je kunt mensen goed inschatten
B
Mensen worden in hokjes geplaatst
C
Je hebt altijd een idee hoe iemand in elkaar steekt
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een stereotype?
A
Iemand die op klompen loopt, zal wel een boer zijn
B
Die jongen die zich zo vrouwelijk gedraagt, zal wel homo zijn
C
Alle ouderen zijn vergeetachtig
D
Alle kappers praten veel
Slide 9 - Quiz
Wat is interculturele samenwerking?
A
Samenwerking tussen personen uit verschillende culturen
B
Samenwerking tussen mensen
C
Samenwerking tussen personen uit 1 cultuur
D
Samenwerking tussen mens en dier
Slide 10 - Quiz
Geef 4 voorbeelden van non-verbale communicatie
Slide 11 - Open question
Wat is intercultureel sensitief
A
Dat je gevoelig bent
B
Vanuit jezelf en een ander naar een andere cultuur kijken
C
Dat je je kunt inleven in een ander
D
Dat je je kunt verplaatsen in een andere cultuur
Slide 12 - Quiz
Cultuurverschillen: In China is het onbeleefd en brutaal om je eigen mening te geven
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Boos worden of hard praten is een teken van gezichtsverlies; dat doe je niet in het openbaar
A
Nederlandse cultuur
B
Arabische cultuur
C
India
D
China
Slide 14 - Quiz
In Arabische landen eet je met de rechterhand, de linkerhand is voor toiletbezoek.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Een vrouw hoort haar blote benen niet te tonen
A
Suriname
B
Arabische cultuur
C
Nederlandse cultuur
D
India
Slide 16 - Quiz
In Nederland maken we graag oogcontact. In welke cultuur is het maken van geen oogcontact juist een teken van respect?