8.2 Eutrofiëring

8.2 Eutrofiëring
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8.2 Eutrofiëring

Slide 1 - Slide

Tijdens deze les
  • Stikstofkringloop
  • Uitleg eutrofiëring
  •  Maken: https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Eutrofiering/eutrofiering.htm

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Stikstofbacteriën in de wortelknolletjes vormen een belangrijke schakel in de stikstofvoorziening van de plant.

Welke van de onderstaande beweringen geeft deze rol juist weer? De bacterie zet......
Binas 93G
A
anorganische stikstofverbindingen om in andere anorganische stikstofverbindingen
B
anorganische stikstofverbindingen om in organische stikstofverbindingen.
C
organische stikstofverbindingen om in anorganische stikstofverbindingen.
D
organische stikstofverbindingen om in andere organische stikstofverbindingen.

Slide 4 - Quiz

De door de bacterie geleverde stikstofverbindingen worden in de plant gebruikt voor assimilatie.
Welke van onderstaande stoffen bevatten als gevolg van deze assimilatie stikstof?
A
Aminozuren
B
Cellulose
C
Glucose
D
Vetzuren

Slide 5 - Quiz

Zelfreinigend vermogen van water
Reducenten breken met behulp van zuurstof organische afvalstoffen af.

Er ontstaat koolstofdioxide en er komen mineralen vrij.
Deze 2 stoffen gebruiken de planten weer om te groeien


Slide 6 - Slide

eutrofiëring/vermesting
Door teveel mineralen (stikstof en fosfaat) 
kunnen algen heel goed groeien.

Er komen teveel mineralen in het water door o.a. (over)bemesting van het land en doordat de industrie water met mineralen loost in het oppervlaktewater.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Algenbloei
Door een toename van nitraat 
en fosfaat in het water groeien algen 
goed. 

De dikke laag algen in het water 
zorgt ervoor dat minder zonlicht 
doordringt in het water.

Slide 9 - Slide

Lake Erie

Slide 10 - Slide

GEVOLGEN
  1. Veel algen
  2. Weinig zonlicht (fotosynthese) doordringt het water
  3. Planten sterven
  4. Water wordt troebel (roofvissen kunnen niet jagen/prooi niet zichtbaar)
  5. Algen sterven
  6. Een toename van het aantal reducenten 
  7. Organisch materiaal wordt aeroob omgezet 
  8. Afname van het zuurstofgehalte in het water

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zet de volgende gebeurtenissen op volgorde. Begin bovenaan. 
1
2
3
4
5
Toename van het aantal reducenten
Sterfte van planten
Aerobe afbraak van organisch materiaal
Algenbloei, daardoor minder zonlicht
Een toename van nitraat en fosfaat in het water

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

Gevolg eutrofiëring
Oorzaak eutrofiëring

Slide 15 - Drag question