3.1 Indelen in steeds kleinere groepen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

• Doe je jas uit en tas van tafel
  
• Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en pen erbij
  
• Als je klaar bent: Maak je je schrift open, en schrijf je op wat je je nog kan herinneren van wat we de vorige les hebben behandeld. 

To do

• Binnenkomst (5  min)
• uitleg (15 min)
• Oefenen (15 min)
• Nakijken (10 min)
• Belangrijke opdrachten/leerdoelen bespreken (10 min)
• Afsluiten (5  min)

Leerdoelen

• Je kan organismen indelen in groepen en rijken
• Je kan de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën
• Je kan de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk
  

ordenen

je kan voorwerpen en organisme indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Steeds kleinere groepen

Groepen maken

• Alle organismen indelen in groepen met hetzelfde kenmerk
• Door dit kenmerk kun je organismen van elkaar onderscheiden

B1: Steeds kleinere groepen

Kenmerken voor indelen in groepen:

• Kenmerken van cellen
• DNA
  

B1: Steeds kleinere groepen

Twee hoofdgroepen: Prokaryoten en Eukaryoten

De hoofdgroepen kunnen we weer indelen in kleinere groepen: de rijken

Prokaryoten: bacteriën 

Eukaryoten: schimmels, planten, dieren

de 4 rijken

B1: Steeds kleinere groepen

Celkenmerken

• celkern
• celwand
• bladgroenkorrels
• aanwezigheid van een vacuole

B1: Steeds kleinere groepen

Bij de verdere indeling onstaan steeds kleinere groepen

Indeling van organismen in steeds kleinere groepen

Domeinen

Rijken

Stammen

Klassen

Orden

Families
geslachten

Soorten

B1: Steeds kleinere groepen

Bij de verdere indeling onstaan steeds kleinere groepen

ordenen

1

Verdeel de organismen in domeinen en rijken

• prokaryoten en eukaryoten
• Bacteriën, dieren, planten, schimmels        
  

Eencellige Organismen

Sommige eukaryoten (cellen MET celkern) eencellige organismen hebben verschillende kenmerken waardoor we ze niet kunnen indelen bij planten, schimmels en dieren.

voorbeelden : amoebe en pantoffeldiertje

Eencellige (dierlijke) eukaryoten

• Amoebe en pantoffeldiertje
• Hebben geen celwand --> dierlijk
• 1 cel vertoont alle 7 levensverschijnselen
• Leven in het water

vragen

VRAGEN? 

Ik heb de uitleg begrepen

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag

Maken: bs 1: opdrachten: 2, 3, 4, 7,

Af? geen huiswerk, Anders thuis afronden!

Als je klaar bent, mag je kiezen: 

1: De rest van de kennis en inzicht opdrachten maken

2: de plusopdrachten of samenhang opdrachten maken

schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd