2.2 Het Romeinse Rijk

2.2 Het Romeinse Rijk
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.2 Het Romeinse Rijk

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
BK - KGT - TH 
  • Je kunt uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk.
  • Je kunt twee redenen noemen waarom de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven.
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
HV
  • Je kunt beschrijven hoe de Romeinse Republiek ontstond en hoe het bestuur daarvan werkte. 
  • Je kunt uitleggen hoe het Romeinse Rijk uitgroeide tot een wereldrijk.  
  • Je kunt de belangrijkste verschillen noemen tussen het bestuur in de Romeinse Republiek en dat in het Romeinse Keizerrijk.  

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Ontstaan van een wereldrijk
Ontstaat rond 740 v. Chr. 
Klein dorpje bij de Tiber.
Ongeveer 25 km bij de zee vandaan. 

Slide 5 - Slide

Wanneer is Rome ontstaan
A
600 v. Chr.
B
700 v. Chr.
C
750 v. Chr.
D
850 v. Chr.

Slide 6 - Quiz

Waar ging de mythe van Romulus en Remus over?
A
De ondergang van het Romeinse Rijk
B
Het ontstaan van de stad Rome
C
De vele oorlogen die de Romeinen vochten.
D
Het ontstaan van de Romeinse godenwereld

Slide 7 - Quiz

Waarom kan een rijk groeien? 
Je hebt geld nodig
1. handel 
2. mensen voor een leger
Als de handel goed geregeld is en er veel geld verdiend wordt kan je een leger samenstellen. 
DOEL: de stad beschermen 

Slide 8 - Slide

Gevolg
In de 3e eeuw voor Christus hadden de Romeinen bijna heel Italië veroverd en daar bleef het niet bij. 

Slide 9 - Slide

.... Romeinse Rijk
.... Romeinse Rijk
Hoofdstad =
Hoofdstad =
Oost
West
Rome
Constantinopel

Slide 10 - Drag question

West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Latijn
Grieks
Rome
Constantinopel

Slide 11 - Drag question

Waarom kon het Romeinse Rijk zo snel groeien?
A
Rome handelde erg veel
B
Rome had een erg sterk leger
C
In Rome werden veel kinderen geboren
D
Rome was erg rijk en kon grote gebieden kopen

Slide 12 - Quiz

Het Romeinse leger
REDEN 1
Beroepsleger = een leger dat bestaat uit soldaten die voor hun beroep het leger in gaan. 
Kenkerken: goed getraind, goede uitrusting, discipline en goede wegen

Slide 13 - Slide

REDEN 2
Alle volken en stammen die overwonnen werden bondgenoten. 
Daar gingen de Romeinen mee samenwerken, dus ook belasting betalen en in het leger. 
Voordeel: eigen bestuur houden - daardoor geen opstanden

Slide 14 - Slide

De Germanen
In Nederland woonden de Germanen. In de 1e eeuw voor Chr kwamen de Romeinen in de Nederland. 
De Rijn was de grens. 

Slide 15 - Slide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. Toen besloten de keizers om geen gebieden meer te veroveren.
Mare Nostrum, onze zee. Zo noemden de Romeinen de Middellandse Zee.
Germania, zoals onze streek door de Romeinen werd genoemd, bestond uit: Germania Inferior (Laag Germanië) en Germania Superior (Hoog Germanië).
Gallia (Gallië), het huidige Frankrijk, werd door Julius Caesar veroverd. Zijn aanzien steeg hierdoor enorm. De hele oorlog kostte het leven aan meer dan een miljoen Galliërs, en nog een miljoen werden tot slaaf gemaakt. Caesar heeft de oorlog beschreven in het boek Verslagen over de Gallische Oorlog, waarin hij hier en daar wel een beetje overdrijft...vooral over zichzelf.
Met de verovering van Egypte hadden de Romeinen hun voedseltekort in delen van het Romeinse Rijk opgelost: het land werd de graanschuur van Rome.

Slide 16 - Slide


Limes

  • Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk. 
  • Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
  • Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes

Slide 17 - Slide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
De wachttoren die je bij de vorige slide zag, stond bij Vechten (Fectio)
De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven

Slide 18 - Slide


De Limes in Nederland


  • In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn
  • Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

  • Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.

Slide 19 - Slide

Wachttorens
Vesting van de Romeinen

Slide 20 - Slide

Veel veranderingen
De Germanen waren nog niet zo ontwikkeld. 
Ze hadden geen schrift en een natuurgodsdienst. 
De Romeinen brachten allemaal nieuwe dingen: ander eten, geld en badhuizen. 

Slide 21 - Slide

Wat zijn germanen?
A
Verzameling volken uit Oost-Europa
B
Verzameling volken en stammen uit Azië
C
Verzameling volken en stammen uit Zuid-Amerika.
D
Verzameling volken en stammen uit Noord-West Europa.

Slide 22 - Quiz

Wat is een limes
A
Romeinse grens
B
Romeins gerecht
C
Romeinse vaas
D
Germaans gerecht

Slide 23 - Quiz

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de hoofdvraag kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.
Je moet de belangrijkste jaartallen weten. 

Slide 24 - Slide