Een deel van jou dat onsterfelijk is en dat al bestond voor je geboorte.
B
Het kenmerkende gedrag van de soort waartoe je behoort.
C
Datgene wat jou als persoon uniek maakt.
D
Het deel van je hersenen waarmee je over jezelf kunt nadenken.
1 / 37
next
Slide 1: Quiz
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat bedoelt Aristoteles met het begrip 'ziel'?
A
Een deel van jou dat onsterfelijk is en dat al bestond voor je geboorte.
B
Het kenmerkende gedrag van de soort waartoe je behoort.
C
Datgene wat jou als persoon uniek maakt.
D
Het deel van je hersenen waarmee je over jezelf kunt nadenken.
Slide 1 - Quiz
Benoem een overeenkomst en een verschil tussen Plato's opvatting over de ziel en die van Aristoteles.
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Hoe kun je met behulp van de evolutietheorie ons denkvermogen verklaren?
Slide 24 - Open question
Geef zelf een voorbeeld van een eigenschap van een plant of dier en leg met behulp van de evolutietheorie uit hoe deze eigenschap is ontstaan. Maak in je antwoord gebruik van de begrippen mutatie, variatie en selectie en leg duidelijk uit wat ermee wordt bedoeld.
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Kan de mens als soort nog evolueren? Onderbouw je antwoord.
Slide 28 - Open question
Bedenk twee redenen waarom de evolutietheorie bij veel mensen weerstand oproept.
Slide 29 - Open question
In de wijsgerige antropologie zijn we op zoek naar een absoluut verschil tussen mensen en dieren. Is er zo'n verschil volgens de evolutietheorie? Onderbouw je antwoord.