D-Toets Romeinse Rijk

D-Toets Romeinse Rijk
1 / 48
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

D-Toets Romeinse Rijk

Slide 1 - Slide

 Pak je telefoon
Tijdens deze les gelden de algemene regels voor het gebruik van je telefoon.
Gebruik je eigen naam.
Doe serieus mee.
Probeer het geluidsniveau laag te houden.
Na afloop gaat de telefoon weer in de telefoontas.

Slide 2 - Slide

Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Door de handel
B
Door een sterk leger
C
Door de macht van de rijke families
D
Omdat een keizer aan de macht stond

Slide 3 - Quiz

Wat voor samenleving was er in het Romeinse Rijk?
A
Een landbouwsamenleving
B
Een stedelijke samenleving
C
Een agrarisch-stedelijke samenleving
D
Een pre-agrarische samenleving

Slide 4 - Quiz

In het Romeinse rijk was er godsdienstvrijheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Wat is de hoofdstad van het Romeinse Rijk?
A
Ravenna
B
Milaan
C
Rome
D
Turijn

Slide 6 - Quiz

Wie bestuurden het Romeinse rijk?
A
De consuls
B
De senaat
C
De consuls en de senaat
D
De koning

Slide 7 - Quiz

Het Romeinse Rijk was het grootst toen het een ...........was.
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Koninkrijk
D
Monarchie

Slide 8 - Quiz

Wie was de eerste keizer van het Romeinse Rijk?
A
Tarquinius Superbus
B
Theodosius
C
Caesar
D
Augustus

Slide 9 - Quiz

Een van de oplossingen voor de problemen in het Romeinse Rijk was de splitsing in een West-Romeins rijk en een Oost-Romeins rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Julius Caesar was een...
A
Generaal
B
Keizer
C
Senator
D
Dictator

Slide 11 - Quiz

Julius Caesar werd vermoord omdat
A
hij keizer wilde worden
B
hij te veel macht kreeg
C
hij brood en spelen organiseerde
D
hij Gallië veroverd had

Slide 12 - Quiz

Wie vermoordden Julius Caesar?
A
Zijn soldaten
B
Senatoren
C
Zijn vrouw
D
Het volk van Rome

Slide 13 - Quiz

Het Oost-Romeinse rijk bleef nog 1000 jaar bestaan, na de val van het West-Romeinse rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De Romeinen kenden munten...
Maar kenden de Romeinen ook al briefgeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Waar of niet waar:
Romeinse burgers werden door de Romeinse wetten beschermd in het hele Romeinse Rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wie was de machtigste Romein in het Romeinse Rijk?
A
De generaal
B
De koning
C
De keizer
D
De paus

Slide 17 - Quiz

Dit is het Colosseum.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Hoe noemden de Romeinen de noordgrens van het Romeinse Rijk?
A
De grens
B
De Limes
C
De Rijn
D
De overkant

Slide 19 - Quiz

Waarom wilden veel niet-Romeinen in het Romeinse leger?
A
Om Romeinse burgerrechten te krijgen.
B
Om in het Romeinse Rijk te mogen wonen.
C
Om godsdienstvrijheid te krijgen.
D
Om bij de Romeinse elite te horen.

Slide 20 - Quiz

Waarom legden de Romeinen wegen aan door het Romeinse Rijk?
A
Voor handel en ambulances
B
Voor paardenrennen en handel
C
Voor de verdediging en de handel
D
Voor de handel en voor de lol

Slide 21 - Quiz

Hoe moesten de Romeinen de Romeinse keizers behandelen?
A
Als een slaaf
B
Als een god
C
Als een keizer
D
Als een consul

Slide 22 - Quiz

of
Waar
Niet waar
De Germanen namen gewoonten van de Romeinen over
De Germanen geloofden niet in de Romeinse goden
De Germanen hielden hun haar lang
Het Romeinse rijk werd steeds meer Romeins

Slide 23 - Drag question

Romeinen
Germanen

Slide 24 - Drag question

Sleep de tekst naar de afbeelding
 Soldaat
 Senator
Rijke Romeinse vrouw
Slaven
Feest van rijke Romeinen.
Romeins huis

Slide 25 - Drag question

Grieks of Romeins?
Grieks
Romeins

Slide 26 - Drag question

NIET overgenomen van de Romeinen
WEL overgenomen van de Romeinen
De Romeinse wetgeving
De Romeinse gladiatorenspelen
De Romeinse senaat en twee consuls
De Romeinse jaarkalender

Slide 27 - Drag question

Wat is het symbool van het Christendom?
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

Hoe is het christendom ontstaan?
A
Joden gingen Jezus Christus volgen en zagen hem als de zoon van God die alle mensen zou verlossen.
B
Het christendom is niet ontstaan, het bestond al.
C
Het christendom heeft het Jodendom vervangen, het was een soort verbeterde versie daarvan.
D
Het christendom is bedacht door de Romeinen om het Jodendom tegen te houden.

Slide 29 - Quiz

Christendom =
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 30 - Quiz

Onder wie was het christendom populair?
A
Vrouwen en kinderen
B
Slaven en rijke inwoners
C
Vrouwen, armen en slaven
D
Het leger

Slide 31 - Quiz

Wat is het Christendom?
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 32 - Quiz

De islam is een van de drie belangrijkste wereldgodsdiensten.
Wie was de belangrijkste profeet van de islam?
A
Jezus
B
Mohammed
C
Christus
D
Kalief

Slide 33 - Quiz

Wat is geen zuil van de islam?
A
minimaal eenmaal in je leven een kruistocht
B
uitspreken geloofsbelijdenis
C
geven van aalmoezen
D
vasten tijdens Ramadan

Slide 34 - Quiz

Wat betekent islam?
A
oorlog
B
onderwerping aan de wil van Allah
C
liefde
D
rechtvaardigheid

Slide 35 - Quiz

De Islam ontstond in de...
A
6e eeuw
B
7e eeuw
C
8e eeuw
D
9e eeuw

Slide 36 - Quiz


De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden

Slide 37 - Quiz

Wat hoort bij de Islam?
godsdienst van de moslims
heilige boek van de moslims
Arabisch voor God
boodschapper van God
aanhanger van de Islam
Islam
Koran
Allah
profeet
moslim

Slide 38 - Drag question

islam
profeet
Koran
moslim
godsdienst van moslims
boodschapper van God
aanhanger van islam
heilige boek van islam

Slide 39 - Drag question

Jodendom
Chirstendom
Islam

Slide 40 - Drag question

Een gevolg van het einde van het Romeinse rijk waren de volksverhuizingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Einde van het West-Romeinse Rijk- was in het jaar ....
A
313
B
391
C
476
D
33

Slide 42 - Quiz

Wat wordt gezien als het einde van het West-Romeinse rijk?
A
De verspreiding van het Christendom
B
De afzetting van de laatste Romeinse keizer.
C
De aanvallen van de Hunnen.
D
De splitsing van het Romeinse rijk.

Slide 43 - Quiz

In welk land zijn de Vikingen NIET geweest?
Sleep het land naar de juiste plek op de wereldkaart.
Scandinavië
Groenland
Canada
Australië

Slide 44 - Drag question

Wie woonde waar in Europa?
Franken
Arabieren
Vikingen

Slide 45 - Drag question

Wat zie je?
Een antwoord gebruik je twee keer!
de boer
een Viking
iemand van de kerk
een schild
Het kruis

Slide 46 - Drag question


In welke taal zingen 
de Minions hier?
A
Portugees
B
Italiaans
C
Spaans
D
Geen van deze antwoorden is goed

Slide 47 - Quiz

Hoeveel Minions droegen een kerstmuts?
A
Drie
B
Een
C
Allemaal
D
Geen

Slide 48 - Quiz