Elk figuur past op zichzelf als deze een heel rondje draait, het is dan namelijk weer exact dezelfde figuur.
Een eigenschap van draaisymmetrische figuren is dat deze ook op zichzelf past als deze draait, zonder helemaal rond te gaan. In figuur 1 zie je een draaisymmetrisch figuur. Als dit figuur namelijk een kwartslag draait, past deze weer op zichzelf. Het punt waar je om heen draait heet het draaipunt.
Een figuur dat voor het eerst weer op zichzelf past na een heel rondje, is niet draaisymmetrisch. De kleinste draaihoek moet dus kleiner zijn dan 360° als je een figuur draaisymmetisch wilt noemen.