V3_Spelling Studyflow S3.4

Studyflow S3.4
Aan het einde van S3.4:
Ken je alle afbreekregels en de bijbehorende uitzonderingen.
Dit leer je om fouten te voorkomen.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Studyflow S3.4
Aan het einde van S3.4:
Ken je alle afbreekregels en de bijbehorende uitzonderingen.
Dit leer je om fouten te voorkomen.

Slide 1 - Slide

Afbreekregels
1) Breek af tussen twee vormen die een smanestelling vormen >
trend-gevoelig, ver-gevorderd
2) Breek af tussen twee medeklinkers die midden in het woord staan > op-per-vlak
3) Staat er in het woord een tussenmedeklinker, hoort die medeklinker bij de volgende lettergreep > stre-ven, schu-ren

Slide 2 - Slide

Afbreekregels
4) Breek af na een voor- of achtervoegsel > on-interessant
5) Breek af tussen twee klinkers die naast elkaar staan, maar geen tweeklank zijn > verschroe-ien, be-ademing 
6) Als er meer dan twee medeklinkers midden in het woord staan, moet je op de uitspraak letten > pop-ster, mark-ten
7) Breek af tussen de medeklinkers -ng, -nk, -ck > trouwrin-gen, bedan-ken

Slide 3 - Slide

Afbreekregels
8) -ch, -sh en -sj zijn 1 klank en horen dus bij de volgende lettergreep > la-chen, ca-shen
9) Bestaat de 1e lettergreep uit 1 letter, breek je het woord niet af > apo-theek (dus niet a-po-theek), bak-oven (niet bak-o-ven)
10) Na een tweeklank aan het begin van het woord, mag wel afgebroken worden > ij-ve-rig, au-to

Slide 4 - Slide

Hoe breek je dit woord af >
beademing
A
be-ademing
B
bea-deming

Slide 5 - Quiz

Hoe breek je dit woord af >
checken
A
che-cken
B
ch-ecken
C
chec-ken
D
check-en

Slide 6 - Quiz

Hoe breek je dit woord af >
kuchen
A
ku-chen
B
kuc-hen
C
kuch-en
D
kuch-en

Slide 7 - Quiz

Hoe breek je dit woord af >
auto
A
au-to
B
a-uto
C
aut-o

Slide 8 - Quiz

Bijzondere gevallen
1) Woord met achtervoegsel dat begint met een klinker (-ig, -er, -ing), de laatste medeklinker voor het achtervoegsel gaat mee naar de volgende regel > onderne-mer, hoe-kig
2) Dit geldt niet voor het achtervoegsel -achtig en -aard > zenuw-achtig, dronk-aard
3) Woorden uit een andere taal die uit 1 lettergreep bestaan, breek je niet af > cake, bite, house (dus niet ca-ke, bi-te, hou-se)

Slide 9 - Slide

Bijzondere gevallen
4) De letters rondom de x mag je niet afbreken, tenzij het gaat om een smaenstelling met ex- > sexy, mixer MAAR ex-partner
5) Bij afbrekingen verdwijnen apostrofs en trema's > lolly-tje 
6) Bij verkleinwoorden verdwijnt een (eventuele) dubbele letter > agenda-tje, auto-tje
7) Woorden met een koppelteken krijgen geen extra koppelteken bij afbrekingen > tv-gids, cd-hoes

Slide 10 - Slide

Hoe breek je dit woord af >
race
A
ra-ce
B
rac-e
C
r-ace
D
dit kun je niet afbreken

Slide 11 - Quiz

Hoe breek je dit woord af >
ondernemer
A
ondernem-er
B
onderne-mer
C
onderneme-r

Slide 12 - Quiz

Hoe breek je dit woord af >
tv-meubel
A
tv--meubel
B
tv-meubel

Slide 13 - Quiz

Maken Studyflow S3.4

Slide 14 - Slide