D3: staatsvorming en natievorming

1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wanneer is een gebied
volgens jou een staat?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Drie kenmerken van een staat
1. Er is een groep mensen
2. Er is grondgebied
3. Er is geweld- en belastingmonopolie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Modernistische school
Nationalistische school
Natie --> Staatsvorming
Staat --> Natievorming
1 taal, geschiedenisles, nationale feestdagen

Naties zijn ontstaan in de middeleeuwen


Sociale cohesie is wenselijk

modern verschijnsel

Tradities zijn belangrijk

19e eeuws nationalisme
staatsgestuurd proces
Een groep deelt dezelfde cultuur en wil nu een staat.

Slide 12 - Drag question

Staatsvorming betekent
A
institutionalisering van een land
B
eenwording van verschillende gebieden
C
het overgaan van monarchie naar republiek
D
institutionalisering van politieke macht tot een staat

Slide 13 - Quiz

Welke school zegt dat staatsvorming leidt tot natievorming?
A
Modernistische school
B
Nationalistische school

Slide 14 - Quiz


Naties zijn:
A
een volk met eigen cultuur
B
Een volk met eigen cultuur en (de wens voor) een eigen staat
C
Aanhangers van het nationaalsocialisme - Hitler's ideologie

Slide 15 - Quiz

Wat helpt bij natievorming?
A
volkslied
B
vaderlandse geschiedenis op school
C
vlag
D
tradities

Slide 16 - Quiz

Modernistische school
Nationalistische school
Natie --> Staatsvorming
Staat --> Natievorming
Invented traditions

Naties zijn ontstaan in de middeleeuwen


Sociale cohesie is wenselijk

Verhalen en mythen zijn belangrijk

Tradities zijn belangrijk

Maatschappelijke rationaliteit
Als strategie om het volk te binden stelt een vorst een nationale taal in
Een groep deelt dezelfde cultuur en wil nu een staat.

Slide 17 - Drag question

Formuleer een vraag bij subdomein D3.

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat zijn 'free-riders'
timer
1:30
A
Mensen die in de trein reizen zonder kaartje
B
Mensen die niet meedoen
C
Mensen die niet meedoen, maar wel profiteren
D
Mensen die samenwerken belangrijk vinden

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

globaliseringsprocessen die de autonomie en macht van de staten aantasten
 1. Problemen als onveiligheid (terrorisme), epidemieën, migratie, milieu en klimaatkwesties, grondstoffenschaarste, economische crises 
2. Het ontstaan van conflicten tussen staten of tussen naties en groepen 
3.De groeiende invloed van internationale niet-gouvernementele organisaties bv. Amnesty International of grote multinationals.
4. De groeiende invloed van intergouvernementele (en soms partieel       supranationale) organisaties. bv VN, G8
5. Internationalisering van militaire, economische en politieke macht.
6. Europese integratie.

Slide 24 - Slide

Non-governmental organization - ngo
 Dit is een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op een verondersteld maatschappelijk belang.

Slide 25 - Slide

Globaliseringsprocessen       toenemende afhankelijkheid tussen mensen en organisaties binnen en buiten de staatgrenzen. 

De internationale bindingen worden dus 
sterker, wat ten koste gaat van de autonomie van de staat. 

Slide 26 - Slide

Toch zullen de bindingen met de staat en de nationale identiteit niet snel verdwijnen omdat mensen waarde hechten aan de nationale identiteit en de autonomie van de Nederlandse staat.

Slide 27 - Slide

Binding met de staat sterker dan met Europa
Bindingen met de nationale staat ontstaan:
 één taal, geschiedenis op school, dienstplicht, nationale feestdagen, ideeën over gemeenschappelijke herkomst en geschiedenis, een gemeenschappelijke cultuur

Hoe zit dit in Europa?

Slide 28 - Slide

 Op Europees niveau is binding grotendeels afwezig:
 Op Europees niveau is binding grotendeels afwezig:

1. Er is geen breed gedragen gevoel bij elkaar te horen en deel uit te maken van een gemeenschappelijke lotsbestemming.
2.  Er zijn grote culturele verschillen tussen de Europese volkeren en hebben landen vaak tegenstrijdige belangen. 
3. Ook zijn er geen gezamenlijke Europese media die aandacht schenken aan de politieke ontwikkelingen op Europees niveau, de nationale media berichten meer over nationale politiek en de nationale samenleving dan over ontwikkelingen op Europees niveau.

Slide 29 - Slide

Europa is echter een macht die de autonomie van de afzonderlijke landen aantast. Er is veel discussie over de vraag of dit wenselijk is of niet.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide