4.5 Voorkomen van soa's en zwangerschap

4.5 SOA's en zwangerschap
Voorkennisvragen:
1. Waar staat SOA voor?
2. Welke organismen veroorzaken een SOA? 
3. Hoe kun je SOA voorkomen? Benoem 2 manieren.

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.5 SOA's en zwangerschap
Voorkennisvragen:
1. Waar staat SOA voor?
2. Welke organismen veroorzaken een SOA? 
3. Hoe kun je SOA voorkomen? Benoem 2 manieren.

Slide 1 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • zelf lezen
  • Instructie
  • Meerkeuze-vragen
  • P.O.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt benoemen welke type SOA's er zijn, hoe je er besmet mee kan raken, welke verschijnselen ze veroorzaken, hoe je ze kan behandelen en hoe je ze kan voorkomen
  2. Je kunt uitleggen hoe HIV en herpes werken in het lichaam 

Slide 3 - Slide

Lezen blz. 130 tot kopje HIV en aids
Tekstbegripsvragen:
1. Waarmee kun je een bacteriële SOA bestrijden?
2. Wat is de voornaamste reden dat chlamydia de meest voorkomende soa is onder jongeren in Nederland?
3. Wat hebben virus soa's met elkaar in gemeen? 
4. Welke SOA is het makkelijkst te behandelen?
5. Zijn er andere manieren waarop je een SOA kan oplopen dan geslachtsgemeenschap?
timer
6:00

Slide 4 - Slide

Chlamydia
Gonorroe
Zet de verschillende verschijnselen bij de juiste SOA
Herpes
Syfilis
Pijn bij plassen

Later onvruchtbaarheid
Pijn bij plassen

Pijnlijke blaasjes op mond, anus en geslachtsorgaan
Zweren over het hele lichaam
Beschadiging eileiders en eierstokken

Slide 5 - Drag question

Welke SOA's kan niet worden voorkomen door het gebruik van een condoom?
A
Gonorroe
B
HIV
C
Hepatitis B
D
Schaamluis

Slide 6 - Quiz

HIV & AIDS
Je bekijkt de video op de volgende slide, tijdens de video verschijnen er vragen in lessonup. 
Je kan daarbij gebruik maken van blz 131. hiv en aids

Slide 7 - Slide

4

Slide 8 - Video

00:48-00:51
t-helpercellen zijn een bepaald type witte bloedcellen

Slide 9 - Slide

01:36
Hoe heet het enzym dat het RNA van HIV omzet in DNA?

Slide 10 - Open question

02:08
Hoe dringt het HIV virus een cel binnen?
A
Door met proteases de celmembraan af te breken
B
Door te koppelen aan het CD4 receptor eiwit
C
Door te versmelten met de celwand
D
Door met RNA te binden aan het GP120 eiwit

Slide 11 - Quiz

06:58
Sleep iedere hieronder genoemd medicijn naar de juiste plek van waar het de levenscyclus van HIV probeert stop te zetten.
Entreeremmers
proteaseremmers
reverse-transcriptaseremmers
Integraseremmers

Slide 12 - Drag question

Lezen
Lezen blz. 133 en 134
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Werking hormonale anticonceptie
Extra dosis oestrogeen en progesteron

Oestrogeen: Proliferatie van baarmoederslijmvlies
Progesteron: 

Effect: 
- Remming hypofyse afgifte FSH
- Taai baarmoederslijmvlies (remt zaadcellen)

Slide 14 - Slide

Opdracht
Maak de meerkeuzevragen op de volgende slides en maak gebruik van de folder op:

Slide 15 - Slide

Welk anticonceptiemiddel is het meest betrouwbaar?
A
Mannencondoom
B
Vrouwencondoom
C
Natuurlijke methode
D
Anticonceptiepil

Slide 16 - Quiz

Welk anticonceptiemiddel beschermt tegen soa's?
A
Spiraaltje
B
Pessarium
C
Vrouwencondoom
D
Natuurlijke methode

Slide 17 - Quiz

Welk anticonceptiemiddel hoeft een arts niet in te brengen?
A
Spiraal
B
Prikpil
C
Hormoonstaafje
D
Anticonceptiepleister

Slide 18 - Quiz

Welk anticonceptiemiddel werkt niet d.m.v. hormonen?
A
Pessarium
B
Anticonceptiepil
C
Prikpil
D
Hormoonstaafje

Slide 19 - Quiz

Wat lijkt jou de veiligste manier van vrijen? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open question

Pearl index
= aantal zwangerschappen bij 100 koppels die een jaar samenleven.

Voorbeelden:
  • Sterilisatie= 0,1 / 100 (1 op 1000)
  • Voor zingen kerk uit = 27 op 100

Slide 21 - Slide

Welk anticonceptiemiddel heeft de laagste Pearl index?
A
Mannencondoom
B
Mirena spiraal (hormoonspiraal)
C
Natuurlijke methode
D
Anticonceptiepil

Slide 22 - Quiz

Verwerken
timer
10:00

Slide 23 - Slide