Les 7 la famille voc

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Lundi 13 novembre

De leerdoelen/ les objectifs:

- Je kunt alle familielidden benoemen;

- Je kunt het werkwoord "avoir" (hebben) en kan het in zinnen aanpassen;

- Jij kunt teksten over familie en vrienden begrijpen en vragen antwoorden.

Ce n'est pas un membre (lid) de la famille :

1. le grand-parent
2. le fils
3. l'adulte
4. la mère

Il y a le nord, le sud, l'est et....

1. le west
2. l'houest
3. le ouest
4. l'ouest

Vertaal "autre":

Vertaal "allebei":

Vertaal "il est divorcé":

Vertaal "de zoon is thuis":

Vertaal "het meisje heeft een hond":

Vertaal "hoe oud ben je?"

Vertaal "de tweeling hebben een nicht":

En jij, hoe oud ben jij (antwoord de vraag in het Frans met een hele zin)?

"wij hebben":

1. vous avez
2. nous avons
3. ils ont
4. nous sommes

Vertaal "jij hebt":

Il n'a pas de frère et pas de soeur. Il est fils unique. Wat denk jij dat "fils unique" betekent?

Wat denk jij dat de vrouwelijk vorm van "fils unique" is?

Les exercices

Maintenant, la classe ouvre le livre page 60 et écoute Madame Baichere.

Exercice 11 A.

Les exercices

Maintenant, la classe ouvre le livre page 60 et écoute Madame Baichere (pour moi : texte 1 page 66)

Exercices 12, 1 et 13, 1, 2 et 3.

Les exercices

Maintenant, la classe écoute un autre dialogue (pour moi : texte 2 page 66)

Exercices 12, 2 et 13, 4, 5 et 6

Klaar?

1/ Parle en français ! Exercice 15, page 62

Tip: copain = vriend

copine = vriendin

2/ Begin om de woorden van Apprendre 4 te leren

Wat heb jij vandaag geleerd?