4.2 een vrouw





Voortplanting
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson





Voortplanting

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?

-Herhalen
-Uitleg basisstof 4.2
-Aan het werk




Slide 2 - Slide

Deze geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte aanwezig?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 3 - Quiz

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Sleep de woorden naar de juiste plek
Borsten
Penis
Schaamlippen
Okselhaar
Vagina
Balzak
Bredere heupen
Lage stem

Slide 4 - Drag question

Heeft een kleuter van 5 jaar secundaire geslachtskenmerken?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Lesdoelen
-Ik kan de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
-Ik kan de menstruatiecyclus beschrijven
 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Clitoriseikel:
gevoelig voor seksuele prikkels

Urinebuis: 
hierdoor wordt urine afgevoerd naar buiten

Vagina:
hier kan een tampon, vinger of penis naar binnen. 

Binnenste schaamlippen: maken slijm aan bij seksuele opwinding voor beter glijden.

maagdenvlies:
randje slijmvlies aan begin van vagina. 

Slide 8 - Slide

Clitoriseikel is van de buitenkant zichtbaar (erg gevoelig). Door aanraking van de clitoris kan een vrouw klaarkomen. (orgasme)

Zwellichamen= als een vrouw opgewonden raakt, vullen deze zwellichamen zich met bloed.  



Aanraking kan zijn strelen, wrijven, likken, trillen, etc 

Slide 9 - Slide

Het is belangrijk om elke dag de schaamlippen goed te wassen/spoelen met water. 

Tussen de schaamlippen kan slijm zitten. Hier kunnen bacteriën snel groeien. Daardoor kunnen ontstekingen ontstaan.
Hygiëne

Slide 10 - Slide

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Slide 11 - Slide

Eicellen
Zijn de vrouwelijke geslachtscellen (aanwezig vanaf de geboorte)
 
Rijping in de puberteit/ Iedere maand 1 eicel

Grootste menselijke cel (bevat reservevoedsel)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video





De eicel springt uit de eierstok. 
Eileider vervoert de eicel
1 keer in de 4 weken een eisprong.


Eisprong = Ovulatie

Slide 14 - Slide

Menstruatie
Slijmvlies bevat veel bloedvaten. Door samentrekkingen van spieren wordt het slijmvlies met bloed afgevoerd.

Klachten: buikkrampen, rugpijn, hoofdpijn, moe, lusteloos, emotioneel
Sommige meisjes menstrueren als ze 10 jaar zijn, anderen als ze 16 jaar zijn. Gemiddeld zijn meisjes 
13 jaar oud bij de 1e menstruatie.
Een menstruatie duurt bij sommigen 3 dagen maar bij anderen kan het wel een week duren.

Slide 15 - Slide

Menstruatiecyclus
Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Dit gaat vanzelf meer lijken op de cyclus in het plaatje.
Eisprong op de 14e dag
De cyclus duurt 28 dagen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Hormonen
Stoffen die de werking van organen regelen

Hormoonklieren geven de hormonen af aan het bloed. Een hormoon werkt alleen in weefsels of organen die gevoelig zijn voor dat hormoon.

In de puberteit produceert de hypofyse stimulerende hormonen. Onder invloed van die hormonen --> eicellen en eierstokken ontwikkelen zich
Overgang = er rijpen geen eicellen meer (niet meer ongesteld)

Slide 19 - Slide

Aan het (huis)werk
Lezen blz. 18 t/m 22
Maken: basisstof 4.2 opdracht 1, 2, 3, 8, 10

Oefen: https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/vrouw.htm

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide