2 vwo grammatica

planning
  • Herhaling grammatica
  • herhaling uitleg voorzetselvoorwerp
  • oefening voorzetselvoorwerp
  • zelfstandig werken weektaken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

planning
  • Herhaling grammatica
  • herhaling uitleg voorzetselvoorwerp
  • oefening voorzetselvoorwerp
  • zelfstandig werken weektaken

Slide 1 - Slide

Die cd is door mijn broer helemaal grijs gedraaid.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 2 - Quiz

Word jij later docent aardrijkskunde?
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 3 - Quiz

Grieken en Romeinen vervingen het poeder door een pasta
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 4 - Quiz

Peter heeft huiswerk gemaakt.
A
OVT
B
OTT
C
VTT
D
VVT

Slide 5 - Quiz

We waren liever naar Rotterdam gegaan.
A
vtt
B
vvt
C
vttt
D
ovtt

Slide 6 - Quiz

Tijdens de studiereis zullen we een bezoek brengen aan het museum.
A
ott
B
ovtt
C
vtt
D
ottt

Slide 7 - Quiz

Zet de volgende zin om
De docent heeft alle toetsen nagekeken

Slide 8 - Open question

De docent heeft alle toetsen nagekeken


  • bedrijvende vorm (onderwerp doet iets)
  • v.t.t.
  • Alle toetsen zijn door de docent nagekeken (v.t.t.)


Slide 9 - Slide

Voorzetselvoorwerp
  • Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een voorzetsel. 
  • Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel (luisteren naar, rekenen op, delen door, geven om). 
  • Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde.

Voorbeelden
  • Ik ben niet tevreden met deze computer.  --> tevreden zijn met
  • Lenny houdt al meer dan tien jaar van Kevin. --> houden van

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wij voetbalden vroeger altijd /op straat/
A
voorzetselvoorwerp
B
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quiz

Is het zinsdeel tussen haakjes
een voorzetselvoorwerp?

Waarom zou je / aan jezelf/ twijfelen?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Wat is hier het vzvw?
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Link

Aan de slag
  • grammatica H4 opdr. 4 t/m 7
  • leesvaardigheid H4 opdr. 2
  • schrijfvaardigheid 'Folder'


Slide 16 - Slide