ik verkoop hamburgers voor 2 euro per stuk, en ik denk er
3000 stuks te verkopen.
TO= 2q
Mijn totale opbrengsten (omzet) zal zijn
2 euro x 300= 6000 euro
TO= 6000 p= 2 q = 3000
q= quantity, engels voor kwantiteit, hoeveelheid
Slide 3 - Slide
TK= gvk x q + TCK
totale kosten= gemiddelde variabele kosten x afzet
+ totale constante kosten
zo'n hamburger kost mij 1,50 om te maken. naast de inkoop heb ik, onafhankelijk van hoeveel hamburgers ik maak, nog 2000 euro aan vaste kosten.
TK= 1,5q + 2000
Slide 4 - Slide
TO- TK = TW (TV)
ik verkoop 3000 hamburgers. mijn winst is dan;
TO= 2q-> 2 x 3000= 6000 euro omzet
- TK= 1,5q+2000 dus 1,5 x 3000 + 2000 = 6500 totale kosten
OEPS!
ik maak verlies....
6000- 6500= -500 (oftewel TV)
Slide 5 - Slide
TO = TK (berekening BEA)
vanaf welke q maak ik dan wel winst?
2q = 1,5q + 2000 (balansmethode!)
0,5q= 2000
q = 4000
check; (2x4000) - (1,5x4000 + 2000) = 0
vanaf 4000 hamburgers maak ik pas winst!
die q van 4000 noemen we de break-even afzet (BEA)
Slide 6 - Slide
p= ?
bea= ? stuks
beo= ? euro
hoeveel euro zijn de totale constante kosten?
ik kan niet meer dan ? stuks produceren (max prod cap) wat is daarbij mn winst?
waarom start mn TVK-lijn vanuit de oorsprong?
Slide 7 - Slide
p= 90
bea= 1875 stuks
beo= 1875 x 90= 168.750 euro
hoeveel euro zijn de totale constante kosten? € 75.000
ik kan niet meer dan 2400 stuks produceren (max prod cap) wat is daarbij mn winst?
waarom start mn TVK-lijn vanuit de oorsprong?
Slide 8 - Slide
De totale constante kosten zijn:
TCK= 75.000 euro
ik kan niet meer dan 2400 stuks produceren (max prod cap) wat is daarbij mn winst?
TO-TK=TW ?euro winst
waarom start mn TVK-lijn vanuit de oorsprong?
Slide 9 - Slide
De totale constante kosten zijn:
TCK= 75.000 euro
ik kan niet meer dan 2400 stuks produceren (max prod cap) wat is daarbij mn winst?
TO-TK=TW
(2400x90) - (50x2400+75000)
= 47.250 euro winst
waarom start mn TVK-lijn vanuit de oorsprong?
variabele kost nul bij q nul
Slide 10 - Slide
GTK, GVK, GCK
Een TK-functie als voorbeeld; TK= 55q+ 245.000
GVK= gemiddeld variabele kosten; GVK= 55
GCK= gemiddeld constante kosten= 245.000/ q
GTK= 55+ 245.000/ Q
Slide 11 - Slide
MO= MK
Als ondernemer wil je graag weten hoe je de hoogste mogelijke winst kan behalen (je maximale winst)
Daarvoor geldt MO=MK
namelijk wanneer je marginale opbrengsten gelijk staan aan je marginale kosten
Slide 12 - Slide
Marginaal??
Een ander woord voor marginaal is BIJKOMEND.
Je marginale opbrengsten zijn dus je bijkomende opbrengsten als je één extra product verkoopt. De MO= GO= P (je MO is altijd gelijk aan je verkoopprijs/ gemiddelde opbrengst!!)
Marginale kosten zijn je bijkomende kosten als je één extra product maakt/ produceert
Slide 13 - Slide
Voorbeeld MO=MK
In de tabel zie je de MO en MK staan van de gemaakte producten nr 10, 11, 12, 13 en 14. Gegevens van je gemaakte producten 1 t/m 9 ontbreken dus.
Waar vind je nu de maximale winst? Tot hoeveel Q ga ik produceren?
Q
10
11
12
13
14
MO
200
200
200
200
200
MK
185
190
195
200
205
Slide 14 - Slide
Voorbeeld MO=MK
Ik ga 13 producten maken, want daar is MO=MK. Vanaf het 14e product maak ik minder winst (dus geen verlies! alleen minder winst)
Kan ik nu ook zeggen hoeveel winst ik totaal maak?
Q
10
11
12
13
14
MO
200
200
200
200
200
MK
185
190
195
200
205
Slide 15 - Slide
Voorbeeld MO=MK
De GTK is nu bekend. Dan kan ik mijn maximale winst gaan berekenen
met de formule TO-TK=TW
TO (200x13) - TK (188x13) = 2600 -2444= 156 euro maximale winst bij Q=13
Q
10
11
12
13
14
MO
200
200
200
200
200
MK
185
190
195
200
205
GTK
176
181
183
188
193
Slide 16 - Slide
Voorbeeld MO=MK
Nee, ik kan met deze gegevens geen totale winst berekenen. Daarvoor heb ik de gemiddelde totale kosten (GTK) nodig!
Ik kan wel stellen dat over de gemaakte Q nr 10,11,12,13 de winst met (200-185)+ (200-190)+ (200-195)+ (200-200)= 30 euro toe nam.