3 kader profielvak 3 theorie quiz

Profielvak 3
Theorie Quiz

Test je kennis!
1 / 55
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Profielvak 3
Theorie Quiz

Test je kennis!

Slide 1 - Slide

Is onderstaande stelling waar?
Kunststof is altijd een natuurlijk product.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz


welke tang zie je op de afbeelding
A
combinatietang
B
platbektang
C
nijptang
D
striptang

Slide 3 - Quiz

Een ander woord voor metaalzaag is
A
latoenzaag
B
pompnagelzaag
C
beugelzaag
D
kapzaag

Slide 4 - Quiz

Houtlijm is een koopdeel.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Een voordeel van MDF is.
A
is in verschillende kleuren te kopen
B
trekt niet snel krom
C
natuurlijke uitstraling
D
mooie tekening

Slide 6 - Quiz

Welke stelling is juist?

A
Een permanent marker kun je makkelijk uitvegen.
B
Een kraspen gebruik je om af te tekenen op metaal.
C
Een blokhaak heeft een hoek van 45 graden.
D
een kapzaag heeft grote tanden dan een handzaag.

Slide 7 - Quiz

Waaraan herken je de noodstop
A
de rode knop
B
de gele achtergrond
C
de rode knop op gele achtergrond
D
de groene knop op rode achtergrond

Slide 8 - Quiz

Wat is een voordeel van een (af)breekmesje
A
Je kunt er alleen papier mee snijden
B
Als het mes bot is kan je een stukje afbreken.
C
je kunt makkelijk in een hoek van 45 graden zijden
D
het mes kan je ver uitschuiven.

Slide 9 - Quiz

Rondhout is een koopdeel
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

wat is een handeling waarbij je een bankhamer kunt gebruiken.
A
voor een deukje in metaal te slaan met een centerpoint
B
houten onderdelen in elkaar tikken
C
een schroef aandraaien
D
het aandraaien van de bankschroef

Slide 11 - Quiz

Welke algemene lokaal regel
is niet juist.
A
werk rustig en met aandacht
B
je werkplek opgeruimd en netjes houden
C
leidt andere leerlingen af
D
gebruik je verstand

Slide 12 - Quiz

massief hout
MDF
berken multiplex

Slide 13 - Drag question

wat zie je op de afbeelding
A
een nietmachine
B
een gaatjes machine
C
een boormachine
D
een tacker

Slide 14 - Quiz

Wat voor bescherming draag je tijdens het lassen.
A
helm
B
laskap
C
gehoorbescherming
D
veiligheidsbril

Slide 15 - Quiz

Nijptang
zijkniptang
combinatietang
rondbektang

Slide 16 - Drag question

waarvoor gebruik je de tang op de afbeelding?
A
het knippen van dun ijzerdraad
B
het weghalen van isolatiedraad
C
het vasthouden van ronde onderdelen
D
het weghalen van spijkers

Slide 17 - Quiz

een blauw rond bord betekend?
A
gehoorbescherming
B
dingen die moeten
C
dingen die mogen
D
dingen die verboden zijn

Slide 18 - Quiz

hoe heet het gereedschap op de afbeelding?
A
een bankschroef
B
een vlaktas
C
een aambeeld
D
een pletter

Slide 19 - Quiz

Als je met een elektrisch apparaat gaat werken vraag je jezelf af...
meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
welke PBM je moet dragen
B
of de machine gevaarlijk kan zijn
C
wat de machine doet
D
of de machine in orde is

Slide 20 - Quiz

waarvoor is het gereedschap op de afbeelding
A
haakse lijnen aftekenen
B
het meten van hoeken die geen 90 of 45 graden zijn.
C
het overnemen van hoeken

Slide 21 - Quiz

Welke PBM gebruik je aan de elektrische figuurzaag
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

aluminium plaat is een koopdeel
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Je gaat een schroef vastdraaien, welke elektrische boormachine gebruik je
A
tafelboormachine
B
kolomboormachine
C
cirkelboormachine
D
Schroefboormachine

Slide 24 - Quiz

Wat voor bord zijn dingen die moeten
A
rond rood bord
B
blauw driehoekig bord
C
geel driehoekig bord
D
rond blauw bord

Slide 25 - Quiz

Je gaat een gat in een bakstenen muur boren.
Wat voor boortje heb je nodig?
A
metaalboor
B
verzinkboor
C
betonboor
D
HSS boor

Slide 26 - Quiz

In welk beroep zijn veiligheidskleding belangrijk?
A
leraar
B
bediening
C
brandweer
D
fysiotherapie

Slide 27 - Quiz

Je gaat letters uitzagen van ongeveer 15 cm hoog. Welke elektrisch zaag gebruik je?
A
elektrische figuurzaag
B
elektrische kapzaag
C
decoupeerzaag
D
multitool

Slide 28 - Quiz

Waarom zou je veiligheidsschoenen dragen?
A
beschermen van je voet tegen letsel van bovenaf
B
voorkomen van springen
C
je hoeft geen veters te strikken
D
zodat je goed kunt uitglijden

Slide 29 - Quiz


Wat kan je meten met de schuifmaat?
A
een hoek van 90 graden
B
buitenmaat en dikte
C
buitenmaat, binnenmaat, dikte en diepte
D
dikte en diepte

Slide 30 - Quiz

Hoe heet dit gereedschap?
A
winkelhaak
B
90 graden haak
C
blokhaak
D
blokliniaal

Slide 31 - Quiz

Met de centerpons
A
kras je in metaal
B
maak je een deukje in metaal
C
sla je letters in metaal
D
prik je een gaatje in hout

Slide 32 - Quiz

op de afbeelding staat een
A
gleufkop schroevendraaier
B
kruiskop schroevendraaier
C
centerpons
D
priem

Slide 33 - Quiz

Met welk gereedschap teken je af op metaal?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

voor welk materiaal is deze zaag bedoeld?
A
hout
B
hardhout
C
metaal
D
steen

Slide 35 - Quiz

welke tang gebruik je voor het knippen van dun metaaldraad.
Er zijn twee antwoorden mogelijk.
A
B
C
D

Slide 36 - Quiz

Vurenhout
Meranti 
Grenenhout
Beukenhout
naaldhout
hardhout

Slide 37 - Drag question

Is onderstaande stelling waar?
Plexiglas is een thermoplast.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

Waarvoor gebruik je de striptang?
A
het trippen van zaagjes
B
het strippen van metaaldraad
C
het strippen van elektriciteitsdraad
D
het strippen van boortjes

Slide 39 - Quiz


Wat is recyclen?
A
het scheiden van materialen
B
het bewerken van materialen
C
het scheiden van afval
D
het opnieuw gebruiken van grondstoffen

Slide 40 - Quiz

welke schroevendraaier heb je nodig voor deze schroef.
A
inbus
B
torx
C
kruiskop
D
platkop

Slide 41 - Quiz

Een nadeel van plexiglas.
A
het is transparant
B
breekt snel
C
krast snel
D
is in weinig kleuren te verkrijgen

Slide 42 - Quiz

hoe heet dit gereedschap?
A
schroevendraaier
B
kolomboor
C
boorhamer
D
schroefboormachine

Slide 43 - Quiz

Een nadeel van berkenmultiplex is.
A
saai van kleur
B
zet uit met vocht
C
Het is duurder als underlayment
D
splintert makkelijk

Slide 44 - Quiz

Wat voor bord zijn dingen die niet mogen
A
rood vierkant bord met rood kruis
B
rood rond bord met rode streep
C
rond rood bord met gele streep
D
driehoekig bord met een rood kruis

Slide 45 - Quiz

Een metaalboor herken je aan...
A
de beitelvormige kop
B
de lepelvormige vorm
C
dat het scherp is maar geen spitse punt heeft
D
de spitse punt

Slide 46 - Quiz

schroef
bout
spijker
sluitring

Slide 47 - Drag question

Een let-op bord heeft vaak een...

Twee antwoorden zijn mogelijk.
A
driehoekige vorm
B
ruit vorm
C
ronde vorm
D
vierkante vorm

Slide 48 - Quiz

Is onderstaande stelling waar?
Hardhout gaat langer mee dan zachthout.
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quiz


de elektrische figuurzaag maakt.
A
een ronddraaiende beweging
B
een spiraalvormige beweging
C
een op en neer gaande beweging
D
staat stil

Slide 50 - Quiz

Van welk soort kunststof worden frisdrankflessen gemaakt.
A
OSB
B
PET
C
PVC
D
MDF

Slide 51 - Quiz

Wat is een koker profiel?
A
B
C
D

Slide 52 - Quiz

Is onderstaande stelling waar?
PET wordt ook in de kledingindustrie gebruikt.
A
waar
B
niet waar

Slide 53 - Quiz

Een moer is een koopdeel.
A
waar
B
niet waar

Slide 54 - Quiz


Soldeertin is een hechtmiddel
A
waar
B
niet waar

Slide 55 - Quiz