This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
oefenvragen SO
1.1 en 1.2
Oefenvragen par 1.1 en 1.2
Slide 1 - Slide
Een kaart heeft een schaal van 1: 100.000. Hoeveel meter is dat in het echt als ik 10 cm meet op de kaart.
A
100 m
B
1000 m
C
10.000 m
D
100.000m
Slide 2 - Quiz
Bij de kaart van bron 1 ontbreekt de titel. → Noteer een passende titel bij de kaart in bron 1.
Slide 3 - Open question
Leg uit wat het begrip natuurlandschap betekent
Slide 4 - Open question
Lees de volgende uitspraken. Anita zegt: ‘Als de schaal van een kaart 1 : 1.000.000 is, dan is 1 cm op de kaart in werkelijkheid 1.000 km.’ Rob zegt: ‘Als de schaal van een kaart 1 : 1.000.000 is en ik meet 10 cm op deze kaart, dan is dit 100 km in werkelijkheid.’ → De uitspraak van Anita is juist / niet juist. → De uitspraak van Rob is juist / niet juist.
A
Anita juist, Rob onjuist
B
Anita onjuist, Rob juist
C
Beide juist
D
Beide onjuist
Slide 5 - Quiz
Wat moet er bij 2 in de legenda staan? Kies uit: reistijd – absolute afstand – reiskosten – relatieve afstand.
A
Reistijd
B
Reiskosten
C
Absolute afstand
D
Relatieve afstand
Slide 6 - Quiz
Geef één voorbeeld van een natuurlijk element en één inrichtingselement. Geef zo antwoord! Natuurlijk element: Inrichtingselement:
Slide 7 - Open question
De kaart hiernaast is een ....... kaart
A
Thematische
B
Topografische
C
Wegen
D
Steden
Slide 8 - Quiz
Wat voor soort kaart is hiernaast afgebeeld?
Slide 9 - Open question
In een land wonen 82,8 miljoen mensen op een oppervlak van 357.368 km2. → Wat is de bevolkingsdichtheid van dit land?
A
115,6 inwoners/km2
B
231,7 inwoners/km2
C
248,1 inwoners/km2
D
320,3 inwoners/km2
Slide 10 - Quiz
Leg uit wat het begrip evenaar betekent.
Slide 11 - Open question
Meneer de Gooijer gaat op vakantie met de auto naar Zuid-Frankrijk. Hij kijkt op googlemaps voor de route. Krijgt meneer de Gooijer de relatieve afstand te zien of de absolute? leg je keuze uit!
Slide 12 - Open question
Op welk schaalniveau is de kaart hiernaast
A
Continentaal
B
Nationaal
C
regionaal
D
lokaal
Slide 13 - Quiz
Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke afstand vliegt het vliegtuig hiernaast? leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open question
Leg uit hoe het komt dat de Relatieve afstand nu korter is als 100 jaar geleden?