We stapten om zeven uur in de auto. We reden de hele nacht door. We kwamen de volgende dag uitgeput op de camping aan.
Om zeven uur stapten we in de auto. We reden de hele nacht door. Uitgeput kwamen we de volgende dag op de camping aan.
Slide 3 - Slide
Schrijftip
Begin niet altijd met het onderwerp.
Begin ook eens met een ander zinsdeel.
Slide 4 - Slide
Zinslengte
Wissel lange zinnen af met kortere zinnen; dat maakt je tekst prettiger leesbaar.
Slide 5 - Slide
Woordkeuze
Er hangen twee bijzondere schilderijen in het Gemeentemuseum. Ten eerste hangt er het schilderij 'Victory Boogie Woogie' van Mondrian. Ten tweede hangt er het schilderij 'De kaartspelers' van Van Doesburg.
Er hangen twee bijzondere schilderijen in het Gemeentemuseum. Ten eerste kunnen bezoekers zich vergapen aan het onvoltooide werk 'Victory Boogie Woogie' van Mondrian. Twee zalen verderop prijkt Van Doesburgs 'De kaartspelers' aan de muur.
Slide 6 - Slide
Schrijftip
Gebruik liever niet in twee zinnen achter elkaar hetzelfde woord, maar gebruik synoniemen en verwijswoorden.
Wees creatief; er is altijd een alternatief te bedenken!