Uitzonderingen op de vorige regel
1. Woorden met een open lettergreep en o, schrijf je oo als er daarna ch staat.
VB: goochelaar, goochelen
2. Woorden met een gesloten lettergreep en u, schrijf je u als er daarna een w staat.
VB: schaduw, zwaluw
3. Eindigt een woord op -isch, dan schrijf je de ie als een i.
VB: typisch, fantastisch
4. Aan het einde van een woord schrijf je die ie-klank meestal als ie.
VB: notitie, formatie, urgentie
LET OP! DE MAANDEN EN WOORDEN OVERGENOMEN UIT EEN ANDERE TAAL EINDIGEN WEL OP I.