Meten en Meetkunde N4 3F snelheid en inhoud 30 maart 2023
Meten en Meetkunde
30 maart 2023
km/u - m/s
inhoud
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Meten en Meetkunde
30 maart 2023
km/u - m/s
inhoud
Slide 1 - Slide
Hoeveel centimeter is 22 km?
A
220.000
B
22.000.000
C
2.200.000
D
22.000
Slide 2 - Quiz
Hoeveel minuten is 15% van 60 minuten?
A
3 minuten
B
20 minuten
C
15 minuten
D
9 minuten
Slide 3 - Quiz
Als je 10% sneller bent dan 60 minuten krijg je een bonus. Hoeveel minuten mag je er dan maximaal over doen? .... minuten
Slide 4 - Open question
Hoeveel minuten is 1,8 uur? (let op de komma!)
A
108 minuten
B
118 minuten
C
120 minuten
D
80 minuten
Slide 5 - Quiz
Je wilt om 10:05 uur op je werk zijn. De rit duurt 1 1/4 uur. Hoe laat moet je uiterlijk van huis om op tijd te zijn? .. : .. uur
Slide 6 - Open question
Maak af: 84 minuten is 1,.. uur. (antw: . , .)
Slide 7 - Open question
De fietser rijdt 18 km/u. Hoeveel meter per seconde?
A
64,8
B
5,6
C
5
D
6,48
Slide 8 - Quiz
Km/u naar M/s
Snelheid vermenigvuldigen met 1000 = aantal meter per uur.
1 uur heeft 3600 seconden.
Deel de uitkomst door 3600 = aantal meters per seconde
Formule: Km/u naar M/s = Snelheid*1000/3600.
dus delen door 3,6
Slide 9 - Slide
De auto rijdt in anderhalf uur 135 km. Wat is de snelheid in km/u?
A
90 km/u
B
50 km/u
C
120 km/u
D
60 km/u
Slide 10 - Quiz
De auto rijdt in anderhalf uur 135 km. Wat is de snelheid in m/s?
A
324 m/s
B
25 m/s
C
90 m/s
D
60 m/s
Slide 11 - Quiz
10 ton in gewicht (kg) is:
A
1000 kg
B
100000 kg
C
100 kg
D
10000 kg
Slide 12 - Quiz
In een emmer past 5 dm3, hoeveel liter past er dan in? (antwoord zonder eenheid)
Slide 13 - Open question
In een zwembad staat een laagje water met een inhoud van 100.000 cm3, hoeveel liter is dat? (zonder eenheid)
Slide 14 - Open question
Jan-Willem rijdt met de auto 80 km/u. Hoeveel meter per seconde?
A
288 m/s
B
144 m/s
C
22,2 m/s
D
44,4 m/s
Slide 15 - Quiz
Jan rijdt buiten de bebouwde kom op een weg waar hij 80 km/u mag met een snelheid van 30 m/s. Halverwege de rit wordt hij geflitst. Hoe hoog is de boete?
A
110 euro (11,8 km/u te hard)
B
269 euro (28 km/u te hard)
C
410 euro (50 km/u te hard)
D
208 euro (18 km/u te hard)
Slide 16 - Quiz
Willem loopt gemiddeld 2 meter per seconde van zijn werk naar zijn huis. Hoeveel kilometer per uur is dit?
A
7,2 km/u
B
14,4 km/u
C
6,2 km/u
D
5,5km/u
Slide 17 - Quiz
Hoeveel doosjes A passen in deze doos?
Slide 18 - Open question
A
In doos C passen 5 doosjes A
B
In doos C passen 25 doosjes A
C
In doos C passen 50 doosjes A
D
In doos C passen 125 doosjes A
Slide 19 - Quiz
Als je alle afmetingen 2x zo groot maakt hoeveel gram rijst past er dan in doos B? (Doos A: 125 gram)
A
250 gram
B
500 gram
C
1000 gram
D
2000 gram
Slide 20 - Quiz
Als je alle afmetingen 5x zo groot maakt, hoeveel gram rijst past er dan in doos C? (Doos A: 125 gram)