6.2 - Van alle markten thuis

Hoofdstuk 6
Paragraaf 2 - Van alle markten thuis!
3TL
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 6
Paragraaf 2 - Van alle markten thuis!
3TL

Slide 1 - Slide


Ik ben helemaal klaar voor deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Uit kunnen leggen wat een markt is in de economie.
  • Uit kunnen leggen hoe vraag en aanbod invloed hebben op de prijs.
  • Uit kunnen leggen wat een marktaandeel is.
  • Weten wat een concurrentiepositie is. 

Slide 3 - Slide

Markten (2 soorten)
Concrete markt = een plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld. (bijvoorbeeld weekmarkt, supermarkt, winkels)

Abstracte markt = Als je het bij economie over de markt hebt, bedoel je meestal een abstracte markt. Dat is het geheel van vraag naar en aanbod van een product. (bijvoorbeeld de oliemarkt en de huizenmarkt)

Slide 4 - Slide

Hoe bepaalt een producent de verkoopprijs van zijn prodcuten?

Slide 5 - Open question

Verkoopprijs bepalen
Een winkelier houdt bij het vaststellen van de verkoopprijs rekening met:

  • De Inkooprijs/ kostprijs/ winst en kosten (paragraaf 6.3)
  • De markt = vraag en aanbod (deze paragraaf)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Vraag en aanbod (zei voorbeeld bord)

  • Evenwichtshoeveelheid = de hoeveelheid producten (q) die gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs (p)
  • Evenwichtsprijs =  De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. 
  • Waar in de grafiek de vraaglijn de aanbodlijn kruist, is er precies evenveel vraag als aanbod. 




Slide 8 - Slide

Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Concurrentie
  • concurrenten = Zijn alle bedrijven die goederen of diensten aanbieden die hetzelfde verkopen als jij
  • Concurrentiepositie = Hoe goed/slecht doe jij het t.o.v. je concurrenten, het marktaandeel (volgende dia) geeft hierover belangrijke informatie.


Slide 11 - Slide

Marktaandeel
De omzet of afzet van een bedrijf uitgedrukt als percentage van de totale omzet of afzet van de productgroep.

Formule = (Jouw afzet :  totale afzet) x 100%
Of
Formule = (jouw omzet: totale omzet) x 100%


Slide 12 - Slide

Marktaandeel
  1. Hoe groot was het marktaandeel van Samsung in het 3e kwartaal van 2014? 
  2. Hoeveel telefoons heeft Lenovo in het 3e kwartaal van 2014 verkocht?
timer
2:00

Slide 13 - Slide

Hoe proberen producenten hun marktaandeel te vergroten?

Slide 14 - Open question

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Uit kunnen leggen wat een markt is in de economie.
  • Uit kunnen leggen hoe vraag en aanbod invloed hebben op de prijs.
  • Uit kunnen leggen wat een marktaandeel is.
  • Weten wat een concurrentiepositie is. 

Slide 15 - Slide

Noem iets wat je voor deze les nog niet wist?

Slide 16 - Open question


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll