3.1 Leenheren en leenmannen (Deel 2)

Monniken en ridders



500 - 1000

3.1 Leenheren en Leenmannen 
(Deel 2)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Monniken en ridders



500 - 1000

3.1 Leenheren en Leenmannen 
(Deel 2)

Slide 1 - Slide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Op welke manier Karel het Frankische Rijk bestuurde

- Hoe politieke verdeeldheid ontstond na Karels dood.

- Waardoor in Europa onveiligheid ontstond en welke gevolgen dit had.

Slide 2 - Slide

Tijdvak 3: Tijd van Monniken en ridders. 

Slide 3 - Slide

Wat weet je eigenlijk
van de Karel de Grote?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Na de val van het Romeinse rijk...
  • ontstonden in Europa veel kleine koninkrijken
  •  leefden de meeste mensen op het platteland
  • was gevaarlijk 
  • werd het Christendom verspreid

Slide 6 - Slide

Even herhalen...
-Het West Romeinse Rijk was uiteen gevallen
-Er ontstonden verschillende rijkjes in de plaats
-Een onveilige wereld waar er regelmatig oorlog wordt gevoerd om gebied
-Wegen waren niet meer veilig, handel viel weg



Slide 7 - Slide

Karel de Grote
-Veroverde een groot en machtig rijk

-Machtige christelijke koning.

Slide 8 - Slide

Frankische rijk

Slide 9 - Slide

Adel

Slide 10 - Slide

Adel:
De adel moest de geestelijke en de boeren beschermen;
Je kon alleen adel zijn als:
  • Je vader van adel was;
  • Als de koning je adel maakte.


Slide 11 - Slide

graafschappen en hertogdommen. 
Keizer 
Hertog 
Graaf
Adel 

Slide 12 - Slide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen (waarom niet?)
  • Daarom kreeg hij hulp van leenmannen: mannen die met hem meevochten.
  • Zijn trouwste leenmannen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem de leenheer besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Dit noemen wij het leenstelsel.

Slide 13 - Slide

Is dit van mij?
-De leenmannen lenen dit stuk grond. Dit moeten ze na hun dood in principe terug geven aan de leenheer.

-Ook dit is in praktijk niet altijd mogelijk.

Slide 14 - Slide

Is dit van mij?
-Het was niet altijd mogelijk om het land terug te geven.

Dan ging het leenmanschap naar de oudste zoon van de leenman. Het was dus erfelijk.
(Ouder naar kind)

Slide 15 - Slide

Het leenstelsel

Slide 16 - Slide

Rechten en plichten
Rechten: De adel/leenmannen kregen een gebied om namens   Karel de Grote zelfstandig te besturen.

Plichten
:
-Eed van trouw afleggen
-Ridders en soldaten sturen 
-Belastingen innen voor de koning/keizer

Slide 17 - Slide

Waarom dit leenstelsel??
Wat voor voordeel had dit voor de koning?
Welke voordelen had dit voor de adel?

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Maken 3.1 Leenheren en leenmannen
Opdrachten 1 en 3
Blz. 44
 

Slide 19 - Slide