1. De bewerkingen of verrichtingen nodig in een bepaalde tak van kunst, handwerk of nijverheid om iets tot stand te brengen. Denk aan opsporingstechniek, besturingstechniek.
2. De door oefening berkregen bedrevenheid waardoor iemand tot prestaties kan komen. Zo spreken we van de techniek van de gitarist of de techniek van een voetballer. Hier klinkt de oorspronkelijke betekenis van techniek door: Tèchne. Dit betekent namelijk vaardigheid en komt van het Griekse ‘tekto’ dat timmeren of bouwen betekent.
3. Ook kan het woord gebruikt worden voor de technische hulpmiddelen zelf.