3 havo oefenles

Voorbereiden op de repetitie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorbereiden op de repetitie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhalen stof H3 p. 1 t/m 3 en H4 p. 1, 3 en 4. 
- Nakijken wat nog niet nagekeken is
- Klaar? Keuzemenu's maken

Slide 2 - Slide

Wat zorgt er voor dat de aardplaten kunnen bewegen?
A
De draaiing van de aarde zorgt voor het schuiven van de platen.
B
Magma stromen onder de aardkorst duwen tegen de aardplaten.
C
Het tij van de oceaan duwt de aardplaten steeds een stukje vooruit.
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quiz

Bij welke plaatbeweging ontstaan de meeste stratovulkanen?
A
Convergentie
B
Transform
C
Subductie
D
Divergentie

Slide 4 - Quiz

Stelling: Subductie is altijd convergentie, maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Had je deze vragen fout?
Besteeds extra aandacht aan H3 - P1. 
+ bb nrs. 

Slide 6 - Slide

Op de afbeelding
zien we een eilandengroep,
gevormd door een hotspot.
In welke richting beweegt
de plaat?
A
Naar rechts
B
Naar links
C
De plaat beweegt niet

Slide 7 - Quiz

Hoe heet dit type
vulkaan?
A
Caldeira
B
Schild
C
Spleet
D
Strato

Slide 8 - Quiz

Deze vragen fout?
Besteed extra aandacht aan H3. - P2 + bb. nrs.

Slide 9 - Slide

De Humboldtstroom is een ...... zeestroom.
A
Warme
B
Koude

Slide 10 - Quiz

De Humboldtstroom zorgt in Chili voor een ....... klimaat.
A
Droog
B
Vochtig

Slide 11 - Quiz

Tijdens El Niño...
A
... ontstaan er in Chili vele bosbranden door de extreme droogte.
B
... worden in Chili oogsten vernield door extreme regenval.
C
... neemt het zuurstofgehalte in het water bij de Chileense kust af, waardoor visserij niet mogelijk is.

Slide 12 - Quiz

Deze vragen fout?
Besteed extra aandacht aan H3 - P3 +bb. nrs. 

Slide 13 - Slide

Welk van deze drie is geen productiemiddel
A
Arbeid
B
Machines
C
Kapitaal
D
Natuur

Slide 14 - Quiz

De textielindustrie in Manchester stortte in omdat de productiekosten op andere plekken lager waren doordat...
A
..deze plekken voorsprong hadden met modernere machines.
B
..de arbeiders in Machester om loonsverhoging vroegen.
C
..arbeiders op andere plekken hoger zijn opgeleid en sneller konden werken.
D
..arbeiders op deze plekken minder geld verdienen.

Slide 15 - Quiz

Heb je deze vragen fout?
Kijk opnieuw naar H4. - P.1 + bb nrs.

Slide 16 - Slide

Wat is het migratiesaldo?
A
Het aantal mensen wat het land in komt - het aantal mensen wat het land uit gaat.
B
Het aantal mensen wat het land uit gaat - het aantal mensen wat het land in komt
C
Het aantal mensen wat in een land is gaan wonen.
D
Het aantal mensen wat uit het land is weggetrokken.

Slide 17 - Quiz

Een negatief migratiesaldo is ook wel een
A
Vestigingsoverschot
B
Vertrekoverschot

Slide 18 - Quiz

In Oost-Europa is voornamelijk een
A
Vestigingsoverschot
B
Vertrekoverschot

Slide 19 - Quiz

Had je deze vragen fout?
Bekijk H4. - P.3. +bb. nrs. opnieuw

Slide 20 - Slide

Welk type vluchteling heeft in Europa de meeste kans op asiel?
A
Economische Vluchtelingen
B
Klimaat Vluchtelingen
C
Politieke Vluchtelingen

Slide 21 - Quiz

Welk van deze maatregelen hanteert de EU tegen Economische vluchtelingen?
A
Controles op zee
B
Verspreiden van vluchtelingen over lidstaten
C
Voorlichtingen in het land van herkomst
D
Geld geven aan vluchtelingenkampen in de eigen regio

Slide 22 - Quiz

Deze vragen fout?
Besteed extra aandacht aan H4. - P.4. + bb. nrs.

Slide 23 - Slide

Aan het werk:
- Nakijken wat nog niet af is.

- Bedenk voor jezelf aan welke paragrafen je nog extra aandacht moet besteden en ga hiermee aan de gang of maak keuzemenu's.

Slide 24 - Slide