Vaardigheden

Vaardigheden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vaardigheden

Slide 1 - Slide

Late middeleeuwen
Vroegmoderne tijd
Moderne tijd
Steden en staten
TV en computer
Wereldoorlogen
Regenten en vorsten
Pruiken en revoluties
Burgers en stoom-machines
Ontdekkers en hervormers

Slide 2 - Drag question

16de eeuw
17de eeuw
18de eeuw
19de eeuw
20ste eeuw
TV en computer
Wereldoorlogen
Regenten en vorsten
Pruiken en revoluties
Burgers en stoom-machines
Ontdekkers en hervormers

Slide 3 - Drag question

Vaardigheden
De kandidaat kan:
1. de tien tijdvakken gebruiken als referentiekader om gebeurtenissen chronologisch te ordenen;
2. de tien tijdvakken plaatsen in de periodes Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne Tijd en Moderne Tijd en deze periodes gebruiken als referentiekader om gebeurtenissen chronologisch te ordenen;
3. uitleggen dat elke ordening van tijd een interpretatie is 

Slide 4 - Slide

Vaardigheden
De kandidaat kan rekening houden met:
4. het niet-lineaire en multi-causale karakter van historische verschijnselen en gebeurtenissen
5. verschillende soorten oorzaken en gevolgen;
Bijvoorbeeld:
 directe en indirecte oorzaken, aanleiding (meest directe oorzaak), direct optredende gevolgen en gevolgen op de langere termijn, gewilde en ongewilde, bedoelde en onbedoelde gevolgen, gevolgen van meer en minder belang op grond van bijvoorbeeld schaal, intensiteit, duur;
 oorzaken en gevolgen op politiek-bestuurlijk, sociaaleconomisch en cultureelmentaal (waaronder godsdienstig) terrein.
6. het gegeven dat elke ordening van causaliteit een interpretatie is

Slide 5 - Slide

Opbouw
  • Leg uit in welk jaar de Nederlandse Opstand begint.
  • De Nederlandse Opstand begint in... 
  • Voeg je uitleg toe.
  • De Nederlandse Opstand begint in 1566, omdat toen de Beeldenstorm plaatsvond.
  • Er is nog géén antwoord gegeven op de vraag! De uitleg ontbreekt!
  • De Nederlandse Opstand begint in 1566, omdat toen de Beeldenstorm plaatsvond. Dit was een aanval op katholieke kerken, het geloof van de Spanjaarden
  • Er is nog géén antwoord gegeven op de vraag! De conclusie ontbreekt!
  • De Nederlandse Opstand begint in 1566, omdat toen de Beeldenstorm plaatsvond. Dit was een aanval op katholieke kerken, het geloof van de Spanjaarden. Dus begon in de Opstand in 1566. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
In 1859 werd in de Indiase stad Lahore begonnen met de bouw van een nieuw treinstation. Het station werd gebouwd als een fort, met schietgaten waarachter machinegeweren konden worden geplaatst. Het station kon met stalen deuren worden afgesloten.

Leg uit op welke gebeurtenis in India deze bouwwijze van het station een
reactie was. 

Slide 7 - Slide

Antwoord
  • Deze gebeurtenis was een reactie op  <antwoord>
  • Deze gebeurtenis was een reactie op de opstand die in 1857 plaatsvond onder Indiase soldaten. 
  • Alleen de gebeurtenis is gegeven, niet de uitleg.
  • De Britten lieten dit fort bouwen om zich beter te kunnen verdedigen tegen toekomstige opstanden. 

Slide 8 - Slide

Vaardigheden
De kandidaat kan:
12. Menselijk gedrag (denken en doen) in het verleden verklaren vanuit de toen en
daar bekende en geaccepteerde kennis en waarden en vanuit de identiteit van
individuen en groepen die in die tijd en/of op die plaats leefden en hierbij rekening
houden met verschillende factoren die de standplaatsgebondenheid van mensen of
een groep bepalen. (Bijvoorbeeld: waardesystemen, politieke, sociaaleconomische
en culturele oriëntatie, kennis, gender, karakter, toevallige factoren)

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
De Schotse journalist Samuel Smiles schreef in de jaren 1840 artikelen waarin hij de ideeën van Robert Owen steunde. In 1859 publiceerde Smiles vervolgens een boek waarin hij schreef dat mensen uit de laagste sociale klassen hun levensomstandigheden moesten verbeteren door
hard te werken en door in de avond zelf scholing te organiseren.
Een bewering:
Met de boodschap van zijn boek brak Samuel Smiles met de ideeën van Robert Owen.
Ondersteun deze bewering door:
 aan te geven welke oplossing voor de sociale kwestie Robert Owen nastreefde en
 te verklaren dat de boodschap van het boek van Samuel Smiles populair was bij liberale ondernemers. 

Slide 10 - Slide

Antwoord
  • Robert Owen streefde als oplossing voor de sociale kwestie na dat de overheid / parlement voor betere werkomstandigheden zou zorgen.
  • De boodschap was populair bij liberale ondernemers omdat Smiles zegt dat de arbeiders zelf verantwoordelijk zijn voor de verbetering van hun omstandigheden. 
  • Géén conclusie getrokken. 
  • De boodschap was populair bij liberale ondernemers omdat Smiles zegt dat de arbeiders zelf verantwoordelijk zijn voor de verbetering van hun omstandigheden, waardoor de rol van de overheid dus klein blijft.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Toen Willem van der Straaten in 1636 hoogleraar werd aan de universiteit van Utrecht, behield hij zijn baan als stadsarts. Hij verplichtte zijn studenten mee te lopen tijdens zijn rondes langs de zieken in het Catharijne-gasthuis. Volgens Van der Straaten kon hij daardoor zijn onderwijs beter laten aansluiten op een nieuwe eis die in de zeventiende eeuw aan wetenschap werd gesteld.
Leg uit op welke nieuwe eis aan de wetenschap Van der Straaten zijn onderwijs wilde laten aansluiten door zijn studenten te verplichten mee te lopen tijdens zijn rondes in het Catharijne-gasthuis. 

Slide 12 - Slide

Antwoord
  • Willem van der Straaten liet studenten in het ziekenhuis meelopen om hun de kans te geven zelf zieken/symptomen waar te nemen. 
  • Géén conclusie getrokken.
  • Willem van der Straaten liet studenten in het ziekenhuis meelopen om hun de kans te geven zelf zieken/symptomen waar te nemen, wat aansloot bij de nieuwe eis (tijdens de wetenschappelijke revolutie) dat theorieën/onderzoeken op grond van redeneren en waarnemen tot stand moesten komen / dat onderzoek empirisch moest zijn

Slide 13 - Slide

Vaardigheden
De kandidaat kan:
14. informatie uit bronnen verzamelen uitgaande van een bepaalde vraagstelling en deze als bewijs gebruiken bij het beantwoorden van die vraagstelling;
15. de bruikbaarheid van informatie uit een of meer bronnen voor een bepaalde vraagstelling afwegen en daarbij rekening houden met:
 de betrouwbaarheid van de informatie (mede bepaald door bijvoorbeeld de aard van de bron, de context waarin deze is ontstaan, de mate van geïnformeerdheid van de maker, de standplaatsgebondenheid van de maker, de bedoeling van de maker of opdrachtgever, het publiek waarvoor deze bedoeld is, etc.)
 de representativiteit van de informatie uit de bron; (bijvoorbeeld: in hoeverre
geldt dit voor meer mensen en meer situaties?);

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Leg uit welk verlicht ideaal James Madison in dit artikel verdedigt. 

"Als de wettelijke, uitvoerende en gerechtelijke machten in dezelfde handen zijn, of dat nu van één is of van velen, en of dat nu via erfrecht, via zelfbenoeming of via verkiezingen gaat, dan kan dat terecht tirannie worden genoemd."

Slide 15 - Slide

Antwoord
  • Madison verdedigt de trias politica (of een juiste omschrijving hiervan)
  • Geen uitleg.
  • omdat dit voorkómt dat de macht in handen valt van een individu / een groep die daardoor een tirannie kan uitoefenen. 

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Stel: je schrijft een verslag van je onderzoek naar de Britse overheersing van India en je vindt deze bron.
Je hebt twee hoofdstukken:
1 De acceptatie van het Britse gezag door de bevolking van India
2 Het superioriteitsgevoel van de Britse bestuurders
Leg uit, telkens met een andere verwijzing naar de bron, dat je de bron:
 voor het eerste hoofdstuk minder betrouwbaar vindt en
 voor het tweede hoofdstuk meer betrouwbaar vindt. 

Slide 17 - Slide

Antwoord
  • Voorbeeld van een juist antwoord is:
  • Sleeman (die onderdeel uitmaakt van het Britse bestuur) wil in zijn memoires het succes / het belang van het Britse bestuur benadrukken, zodat het voorbeeld van vrouwen die zorgeloos reizen mogelijk overdreven is / zodat hij geen voorbeelden opneemt van verzet tegen het Britse gezag (waardoor de bron minder betrouwbare informatie voor het eerste hoofdstuk bevat) 2
  • Sleeman beweert in zijn memoires te voelen/te weten dat Indiërs opkijken tegen de Britten / dat Indiërs de Britten respecteren / beweert dat het bestuur de orde weet te bewaren met maar drie forten, waarmee je kunt aantonen dat hij ervan uitgaat dat het Britse bestuur zo superieur is dat Indiërs zich vrijwillig onderwerpen / dat het Britse bestuur superieur is omdat het zonder problemen wordt aanvaard (waardoor de bron betrouwbaarder informatie bevat voor het tweede) 2
  • Opmerking
  • Als in een antwoord wordt ingegaan op de representativiteit van de bron, worden geen scorepunten toegekend.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Tjeerd Stienstra levert een bijdrage aan de emancipatie van Friese arbeiders in de negentiende eeuw.
Geef aan:
 van welk socialistisch standpunt Tjeerd Stienstra uitgaat, waarbij je je antwoord ondersteunt met een passende verwijzing naar de bron, en
 op welke wijze een toespraak als die van Stienstra bijdraagt aan de emancipatie van de arbeiders, en
 zonder bron, dat de voortschrijdende democratisering in de negentiende eeuw de emancipatie van arbeiders bevordert. 

Slide 19 - Slide

Antwoord
  • •Tjeerd Stienstra gaat uit van het socialistische standpunt dat dearbeiders worden uitgebuit / dat de slechte (woon)situatie van de arbeiders veroorzaakt is door de (kapitalistische) werkgevers / dat de arbeiders gezamenlijk moeten optreden 1
  • •door (een van de volgende): 1
  •  het verschil te beschrijven tussen de krotten van de arbeiders en de paleizen waarin de machtigen leven.
  •  de dwang te benoemen die de machtigen de arbeiders opleggen.
  •  de oproep 'Proletariërs aller landen verenigt u'.
  • •De toespraak maakt arbeiders zich ervan bewust dat zij zelf kunnen strijden voor hun rechten / dat zij zich moeten gaan verenigen 1
  • Door de voortschrijdende democratisering krijgen arbeiders stemrecht, zodat zij op partijen kunnen stemmen die zich inzetten voor de rechten van arbeiders 1

Slide 20 - Slide