De kandidaat kan rekening houden met:
4. het niet-lineaire en multi-causale karakter van historische verschijnselen en gebeurtenissen
5. verschillende soorten oorzaken en gevolgen;
Bijvoorbeeld:
directe en indirecte oorzaken, aanleiding (meest directe oorzaak), direct optredende gevolgen en gevolgen op de langere termijn, gewilde en ongewilde, bedoelde en onbedoelde gevolgen, gevolgen van meer en minder belang op grond van bijvoorbeeld schaal, intensiteit, duur;
oorzaken en gevolgen op politiek-bestuurlijk, sociaaleconomisch en cultureelmentaal (waaronder godsdienstig) terrein.
6. het gegeven dat elke ordening van causaliteit een interpretatie is