This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Verloren
op straat
in de bosjes
liggend in een plas
zwerfkapje...
Slide 2 - Slide
Elfje:
krokus
kom op
wees niet bang
kom maar te voorschijn
lente
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 5 - Quiz
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Dozen
geel, blauw
volg de pijlen
alles voor je huis
Ikea
Slide 7 - Slide
Het bedenken van een elfje stimuleert je creatieve denkvermogen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar
Slide 9 - Slide
Wat ga je doen?
Je gaat een elfje maken:
De eerste regel heeft 1 woord,
De tweede regel heeft 2 woorden,
De derde regel heeft 3 woorden
De vierde regel heeft 4 woorden
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..
Slide 10 - Slide
Het stappenplan:
Stap 1: Neem een ding, dier of mens in je hoofd waarover het gedicht zal gaan. Kies een eigenschap dat hierbij past en schrijf dit in 1 woord op. Bijvoorbeeld de kleur, het karakter, de geur, de smaak etc.
Stap 2: Schrijf in 2 woorden bij wie of wat die eigenschap hoort.
Stap 3: Waar is het ding, dier of mens?
Stap 4: Stel een vraag over waar de eerste drie regels over gaan.
Stap 5: Wat zegt het, welk geluid maakt het?
Slide 11 - Slide
Ben je klaar?
Ben je klaar met je elfje dan schrijf je hem netjes op in je schrift.