Perspectief tekenen (tweepunts)

Straathoek in tweepuntsperspectief
RUIMTE
klas 2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Straathoek in tweepuntsperspectief
RUIMTE
klas 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze lessenserie:

  • Kun je ten minste drie verschillende technieken benoemen waarmee je ruimte kunt creëren in een plat vlak, zoals perspectief, overlapping en kleurgebruik. 
  • Kun je uitleggen wat tweepuntsperspectief is en waarvoor je dit kunt gebruiken

  • Kun je verdwijnpunten en hulplijnen gebruiken om een realistische tekening in tweepuntsperspectief te maken
  • Kun je een schets maken van een straathoek in tweepuntsperspectief met minimaal twee etalages 
  • Kun je realistische details, zoals ramen, deuren en schaduwen, tekenen door gebruik te maken van grijstinten of kleurpotlood, met aandacht voor lichtval en perspectief

Slide 2 - Slide

Opdracht
Teken een straathoek in tweepuntsperspectief. De tekening moet bevatten:
  • Minimaal twee gebouwen, elk met ramen en deuren.
  • Minimaal één etalage met een herkenbaar object erin (bijv. een stoel, een plant of kleding).
  • Schaduw en details voor een realistisch effect.

De tekening mag in zwart-wit of met kleurpotlood worden ingekleurd.

Slide 3 - Slide

Materiaal
  • A3 of A4 tekenpapier
  • Tekenpotlood (HB en 2B/4B voor schaduw)
  • Liniaal
  • Gum
  • Kleurpotloden of grijs potlood voor schaduwtonen

Slide 4 - Slide

VLLORKT - RUIMTE

Slide 5 - Slide

LIJNPERSPECTIEF
Lijnperspectief is een techniek om diepte en ruimte in een tekening of schilderij te creëren. Het laat zien hoe lijnen die parallel lopen in de werkelijkheid (zoals straten of spoorrails) in de verte samenkomen op één of meer verdwijnpunten. 

Bij tweepuntsperspectief komen de lijnen samen op twee verdwijnpunten op de horizon, wat het effect van diepte versterkt.

Slide 6 - Slide

Eenpuntsperspectief
Tweepuntsperspectief

Slide 7 - Slide

VERKLEINING
Verkleining houdt in dat objecten die verder weg staan, kleiner worden afgebeeld dan objecten die dichterbij staan. Dit zorgt voor de illusie van diepte. Hoe verder iets weg is, hoe kleiner het wordt weergegeven.

Slide 8 - Slide

OVERLAPPING
Overlapping betekent dat objecten voor elkaar komen te staan. Het object dat vooraan staat, lijkt dichterbij, terwijl het object dat erachter staat, verder weg lijkt. Dit helpt om een ruimtelijk effect te creëren.

Slide 9 - Slide

AFSNIJDING
Afsnijding gebeurt wanneer je een object niet helemaal tekent, maar een deel ervan buiten het beeld laat vallen. Dit zorgt ervoor dat het lijkt alsof het object verder gaat dan wat je ziet.




Slide 10 - Slide

COULISSENWERKING
Coulissenwerking komt uit het theater en wordt gebruikt om diepte te creëren in een beeld. Door objecten (bijvoorbeeld bomen, gebouwen of bergen) in de voorgrond te plaatsen, lijkt de ruimte dieper en wordt de kijker het beeld 'ingetrokken'. Denk hierbij aan het effect van een 'kijkdoos'. 

Slide 11 - Slide

ATMOSFERISCH PERSPECTIEF
Atmosferisch perspectief betekent dat dingen die ver weg zijn, lichter en vager lijken omdat de lucht ze een beetje verbergt. Hierdoor krijg je de indruk dat iets verder weg is.

Voorbeeld: De bergen in de verte zullen vaak lichter zijn dan de bomen dichtbij, omdat de lucht de kleuren van de bergen vervaagt.


Slide 12 - Slide

KLEURPERSPECTIEF
Kleurperspectief betekent dat je kleuren gebruikt om diepte te maken. Warme kleuren zoals rood, geel en oranje komen naar voren, terwijl koude kleuren zoals blauw en groen verder weg lijken.



Slide 13 - Slide

PLASTICITEIT
Plasticiteit betekent dat je schaduwen en licht gebruikt om iets driedimensionaal (3D) te laten lijken. Het maakt dat een plat object er realistischer uitziet, alsof het echt volume heeft.


Slide 14 - Slide

Tweetallen - 2 minuten
Wat kun je vertellen over het begrip RUIMTE in deze tekeningen?

Slide 15 - Slide

Opdrachten
  1. Werkblad Ruimte - betekenis met tekst/tekening/plaatje
  2. Oefenen met blokken (zie volgende dia's)
  3. Uitwerking Straathoek in tweepuntsperspectief (A3 of A4)

Slide 16 - Slide

Eisen Straathoek
  • Minimaal twee gebouwen, elk met ramen en deuren.
  • Minimaal één etalage met een herkenbaar object erin (bijv. een stoel, een plant of kleding).
  • Schaduw en details voor een realistisch effect.

Slide 17 - Slide

Inspiratie

Slide 18 - Slide

Oefenen met blokken
Teken een horizon met twee verdwijnpunten. Oefen met het tekenen van blokken boven en onder de horizon. Begin met een verticale lijn (de hoek van het blok).

Slide 19 - Slide

Oefenen met blokken

Slide 20 - Slide

Oefenen met blokken
Geef de blokken wat schaduw (grijstinten).

Slide 21 - Slide

Voorbeeld Straat

Slide 22 - Slide

Voorbeeld Straat

Slide 23 - Slide

Reflectie
Schrijf in je tekenboek een korte reflectie (100-150 woorden) waarin je antwoord geeft op de volgende vragen:
  • Hoe vond je het om aan deze opdrachten te werken?
  • Wat ging goed tijdens het maken van de oefening blokken en de straathoek in tweepuntsperspectief?
  • Wat vond je lastig en hoe ben je daarmee omgegaan?
  • Als je iets opnieuw zou mogen doen, wat zou je dan anders aanpakken?
  • Ben je tevreden met je eindresultaat? Waarom wel of niet?

Slide 24 - Slide

Extra 
Filmpjes om te oefenen en filmpjes met extra uitdaging.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video