mavo duits 2 schrijven

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Programm:

schreiben

Herzlichen Wilkommen 

Op naar SE 3! 

Vanaf vandaag vaste plekken. Geen straf maar nieuwe uitdaging help elkaar is ons nieuwe motto

Vandaag begint jullie  voorbereiding op het schrijf examen en kijkluister. Probeer komende 5 weken zoveel mogelijk bagage mee te nemen naar je volgende examens

mijn voornemen:   meer via lessonup, minder lang aan het woord, variatie in werkvormen.  

Lernziel Schreiben

je kunt persoonlijke gegevens invullen in een standaardformulier

Je kunt hoofdletters en interpunctie goed gebruiken

het schrijfexamen

informele mail schrijven

formulier invullen 

Schrijven is een vaardigheid maar dit examen kun je wel  goed voorbereiden. Vooral door opdrachten te maken, het woordenboek goed te gebruiken en bepaalde werkwoorden goed te leren vervoegen!     

Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.  

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

sein

sein

Wir 

Ich 

Du

Er

Ihr

Sie/sie 

Tekst

habe 

hast 

hat

haben

habt

haben

habst

Regelmatige werkwoorden

Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.

Voorbeeld: 

wohnen = wohn

kaufen = kauf

reisen = reis 

Regelmatige werkwoorden: wohnen

werkwoord: wohnen, stam:wohn

ich wohn e

du wohn st

er/sie es wohn t

wir wohn en

ihr wohn t

sie wohn en

Sie wohn en

Regelmatige werkwoorden

Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.

Voorbeeld: 

wohnen = wohn

kaufen = kauf

reisen = reis 

rudern = ruder

(wohnen) Peter ………… in Köln.

1. wohne
2. wohnen
3. wohnst
4. wohnt

Ich habe hier (wohnen).

1. gewohnt
2. gewohnd
3. gewohnen
4. wohnen

Ihr (wohnen)... in Hamburg.

1. wohne
2. wohnt
3. wohnen
4. wohnst

ich bin in Berlin .......................

1. gehabt
2. sein
3. gewesen
4. sind

W-woorden

Welke Duitse W-woorden
ken jij?

__________ gehst du in die Ferien (op vakantie)?

1. Wo
2. Wann
3. Was
4. Woher

__________ kommst du?

1. Wie
2. Wohin
3. Woher
4. Wer

___________ hat sie Geburtstag?

1. Was
2. Wohin
3. Wo
4. Wann

__________ geht es dir?

1. Wer
2. Wie
3. Wo
4. Was

wohin

woher

wann

wie

warum

was

welche

waarheen

welke

wanneer

waarvandaan

hoe

wat

waarom

Schreiben

Arbeitsbuch Seite 169

Formular ausfüllen 

Sollicitatieformulier 

sollicitatie als bediening in restaurant op Duitse Camping

Welke rubrieken/items moet je invullen?

probeer zo veel mogelijk woorden in het Nederlands te bedenken   

Sollicitatieformulier

sich bewerben

Wanneer schrijf ik in de Duitse taal woorden met een hoofdletter?

Ein Formular ausfüllen

Du machst jetzt die Aufgaben 3 tm 8b

Hausaufgaben:

woensdag afhebben

Schreiben 3 tm 8b

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

extra schrijftraining 

blz. 229 tm 232------  nr 3 tm 7