M. quadriceps femoris = vierhoofdige dijbeenspier
Subluxatie = gedeeltelijke ontwrichting
Os tibia = scheenbeen
Artritis = gewrichtsontsteking
Lordose = kromming van de wervelkolom, bolle kant naar voren
Gonarthrosis = artrose / slijtage van de knie
M. triceps = driehoofdige bovenarmspier
Os humerus = opperarmbeen
Remissie = tijdelijke vermindering van de ziekteverschijnselen