3.3 Massa's en massaverhoudingen

Doelen van deze les:
Je weet wat 'massaverhouding' betekent
Je kunt molecuulmassa's uitrekenen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with text slides.

Items in this lesson

Doelen van deze les:
Je weet wat 'massaverhouding' betekent
Je kunt molecuulmassa's uitrekenen

Slide 1 - Slide

Massaverhouding
Vergelijk de massa's van 2 stoffen met elkaar.
Gebruik deze verhouding om te rekenen met reactievergelijkingen.

Slide 2 - Slide

--->
+
1 auto             ---->       1 wrak                  +     4 wielen
 

Slide 3 - Slide

--->
+
1 auto             ---->       1 wrak                  +     4 wielen
 

massa 1 auto: 1200 kg
massa 1 wiel:  25 kg

Slide 4 - Slide

--->
+
1 auto        ---->       1 wrak       +     4 wielen
 
massaverhouding auto : wielen
                                  1200 : 100
massa 1 auto: 1200 kg
massa 1 wiel:  25 kg

Slide 5 - Slide

    2      B           +          1   K  -------->    1    B2K

Slide 6 - Slide

    2   B           +          1  K             -------->    1    B2K

1 B = 35 g              1 K = 50 g

Slide 7 - Slide

    2   B           +          1    K            ---->    1    B2K

1 B = 35 g              1 K = 50 g
2 B wegen dus 70 g
De massaverhouding brood/kaas is dus 70 : 50

Slide 8 - Slide

    2    B           +          1  K            ---->    1    B2K

1 B = 35 g                         1 K = 50 g
Hoeveel g brood heb je nodig om 360 g B2K te maken?

Slide 9 - Slide

    2          B           +          1         K             -------->    1    B2K

1 B = 35 g                         1 K = 50 g
Hoeveel g brood heb je nodig om 360 g B2K te maken?
2B
1 B2K
70 g
2x35+50
= 120 g

Slide 10 - Slide

    2   B           +          1  K            ----->    1    B2K

1 B = 35 g                         1 K = 50 g
Hoeveel g brood heb je nodig voor 360 g B2K?
2B
1 B2K
70 g
  120 g
360 g

Slide 11 - Slide

    2   B           +          1   K            ---->    1    B2K

1 B = 35 g                         1 K = 50 g
Hoeveel g brood heb je nodig voor 360 g B2K?
2B
1 B2K
70 g
120 g
360 g
1

Slide 12 - Slide

    2   B           +          1   K           ---->    1    B2K

1 B = 35 g                         1 K = 50 g
Hoeveel g brood heb je nodig voor 360 g B2K te maken?
2B
1 B2K
70 g
120 g
360 g
1
: 120           x 360
210 g

Slide 13 - Slide

Wat weegt een atoom?
Ieder atoom heeft een massa. 
Die massa drukken we uit in u: we vergelijken de massa van elk atoom met de massa van H. 
De massa van 1 H-atoom is PER DEFINITIE 1 u (= 1,67.10-24 g)
In het Periodiek Systeem vind je de atoommassa's.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Slide

Wat weegt een molecuul?
Ieder molecuul bestaat uit atomen.
Elk atoom heeft een massa (in PS te vinden).
De massa van alle atomen in het molecuul is de massa van het molecuul.
Voorbeeld: de molecuul massa van H2O:
2 H -atomen wegen 2 x 1,008 = 2,016 u
1 O-atoom weegt 1 x 15,999 = 15,999 u  +
                                                               18,015 u

Slide 17 - Slide


Bereken de molecuulmassa’s van:
a. methaan  
b. ammoniak
c. koolstofdioxide
d. glucose
e. alcohol
f. natriumhydroxide (NaOH)
g. fosfortrifluoride


Slide 18 - Slide

MASSAVERHOUDING
        In welke massaverhouding reageren Na en Cl2?
  1. Maak de kloppende reactievergelijking (2Na + Cl2 --> 2NaCl)
  2. Bereken de molecuulmassa's van de stoffen waar het om gaat                    (Na = 23,0    Cl2 = 2x35,5 = 71,0)
  3. Doe de molecuulmassa's keer het aantal moleculen in de KLOPPENDE reactievergelijking(Na = 2x23,0 = 46,0   Cl2= 1x71,0 = 71,0)
  4. De massaverhouding waarin Na en Cl2 reageren is dus 46,0:71,0

Slide 19 - Slide

MASSAVERHOUDING
In welke massaverhouding reageren Mg en O2?
  1.  RV: 2Mg  +  O2 -->  2MgO
  2. MM:  24,3    2x16,0 = 32,0
  3. MV: 2x24,3 = 48,6  1x32,0 = 32,0
  4. Mg en O2 reageren dus in de MV 48,6 : 32,0

Slide 20 - Slide

Stappenplan hoeveel-vraag
Stap 1: kloppende RV
Stap 2: MV vinden: molecuulmassa keer coëfficiënt
Stap 3: verhoudingstabel invullen
Stap 4: verhoudingstabel uitrekenen
Stap 5: eenheden en aantal cijfers in antwoord 

Slide 21 - Slide

Nu kun je rekenen met massa's:
Hoeveel g Cl2 heb je nodig om 6,9 g Na helemaal op te laten reageren? (MV al eerder berekend:  46,0 : 71,0)


    Slide 22 - Slide

    Nu kun je rekenen met massa's:
    Hoeveel g Cl2 heb je nodig om 6,9 g Na helemaal op te laten reageren? (MV al eerder berekend:  46,0 : 71,0)


      2 Na
      Cl2

      Slide 23 - Slide

      Nu kun je rekenen met massa's:
      Hoeveel g Cl2 heb je nodig om 6,9 g Na helemaal op te laten reageren? (MV al eerder berekend:  46,0 : 71,0)


        2 Na
        Cl2
        46,0
        71,0

        Slide 24 - Slide

        Nu kun je rekenen met massa's:
        Hoeveel g Cl2 heb je nodig om 6,9 g Na helemaal op te laten reageren? (MV al eerder berekend:  46,0 : 71,0)


          2 Na
          Cl2
          46,0
          71,0
          6,9 g
          ? g

          Slide 25 - Slide

          Nu kun je rekenen met massa's:
          Hoeveel g Cl2 heb je nodig om 6,9 g Na helemaal op te laten reageren? (MV al eerder berekend:  46,0 : 71,0)


            2 Na
            Cl2
            46,0
            71,0
            6,9 g
            ? g
            1

            Slide 26 - Slide

            Nu kun je rekenen met massa's:
            Hoeveel g Cl2 heb je nodig om 6,9 g Na helemaal op te laten reageren? (MV al eerder berekend:  46,0 : 71,0)


              2 Na
              Cl2
              46,0
              71,0
              6,9 g
              71,0:46,0x6,9 10,7 g
              1

              Slide 27 - Slide

              Nu zelf:
              Hoeveel g magnesiumoxide ontstaat bij de verbranding van 2,8 g Mg?

              RV:
              MM:
              MV: 
              tabel:

              Slide 28 - Slide

              Hoeveel g magnesiumoxide ontstaat bij de verbranding van 2,8 g Mg?

              Slide 29 - Slide

              Hoeveel kg CO2 ontstaat bij de verbranding van 4 kg benzine (C8H18)?
              1.RV
              2.MM
              3.MV
              4. tabel

              Slide 30 - Slide

              Hoeveel kg CO2 ontstaat bij de verbranding van 4 kg benzine (C8H18)?

              Slide 31 - Slide