MAVO 4S - Clase 4_periodo 1 (12-09-2024)

1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

    zm4_s.sptl1
     Clase 4 del periodo 1
     ¡Bienvenidos!

Slide 3 - Slide

Los objetivos de la lección
Comprensión oral: practicar la pronunciación española.
Gramática: exprear deseos en español.

Slide 4 - Slide

La pronunciación española

Slide 5 - Slide

C
Als de c gevolgd wordt door een e/i dan spreek je hem uit als de Engelse "th”. Zo niet, dan heeft de letter c een k klank.

TH = círculo, bicicleta, Algeciras, ciruela, cenicero, situación etc.
K= caracol, clase, categoría, Canada, escuela, Colonia etc.


Slide 6 - Slide

G
Als de g gevolgd wordt door een e/i dan spreek je hem uit als de Nederlandse “harde g”.

Als de g gevolgd wordt door andere klinkers dan spreek je de g uit als de g in goal, great, grand etc.
G = genjibre, Algerciras, Gibraltar, Gijon, geografía etc.
G = Madagascar, grande, gobierno, galería, gandules etc.

Slide 7 - Slide

H
De letter h wordt in het Spaans nooit uitgesproken.

H = hola, Holanda, habichuela, Holguín, hortaliza, hogar etc.

Slide 8 - Slide

J
Wordt als de Nederlandse “harde g” uitgesproken. 

J = jardín, Guadalajara, jamón, jaula, José, Juan, jirafa, Badajoz etc.

Slide 9 - Slide

Ñ
Wordt uitgesproken als"nj".

Ñ = España, araña, año, Núñez, La Coruña, Logroño, piña, engañar etc.

Slide 10 - Slide

V
Wordt uitgesproken als een zachte "b".

= uva, Valencia, universidad, versión, velocidad, vale, valle etc.

Slide 11 - Slide

CH
Wordt uitgesproken als "tsj".

CH = chaleco, chuches, chorizo, chocolate, chancla, coche etc.

Slide 12 - Slide

LL
Wordt uitgesproken als "j".

LL = llorar, lluvia, llave, llamar, Valladolid, paella, llegada etc.

Slide 13 - Slide

Trabalenguas
Spaanse tongbrekers zijn goede oefeningen om de Spaanse uitspraak te oefenen/verbeteren. Klik op het onderstaande link zodat je kunt oefenen:

https://preply.com/es/blog/30-trabalenguas-en-espanol-para-practicar-pronunciacion/ 

Slide 14 - Slide

Expresar deseo

Slide 15 - Slide

El subjuntivo
  • Om in het Spaans een wens of hoop uit te kunnen drukken dan heb je hiervoor de aanvoegende wijs nodig. Oftewel, de subjuntivo
  • Je krijgt in dit schooljaar geen uitgebreide uitleg over de subjuntivo, maar kant-en-klare zinnen die je voor de mondeling kunt gebruiken. 

Slide 16 - Slide

El uso
Belangrijke signaalwoorden zijn:
  • Esperar que = hopen dat
  • Ojalá (que) = hopen (dat): Ojalá komt van het Arabisch woord "Insha Allah"
  • Desear que = wensen dat

Slide 17 - Slide

Algunos ejemplos
Espero que gane mucho dinero. = Ik hoop dat ik veel geld verdien.
Esperamos que el tren llegue a tiempo. = Wij hopen dat de trein op tijd komt.
Ojalá mi madre cocine arroz con pollo. = Hopelijk heeft mijn moeder rijst met kip gemaakt.
Ojalá que hayan traído comida rica. = Hopelijk hebben zij lekker eten meegenomen.
¿Deseáis que tengáis mucha suerte? = Wensen jullie om veel geluk te hebben?
Tienes que desear que Real Madrid pierda el partido. = Je moet wensen dat Real Madrid de wedstrijd verliest.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

¡A trabajar!
Escribe dos deseos en papel y luego aquí en LessonUp. ¡OJO! tienes que guardar las frases para utilizar en el examen oral.

¡Consejo!
Utiliza el vocabulario para que puedas buscar nuevas palabras. Puedes usar tanto el vocabulario físico como en línea: https://www.interglot.com/ 
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Escribe tus deseos aquí.

Slide 21 - Open question


¿Qué has aprendido hoy?

Slide 22 - Open question

Para la próxima clase
  • El próximo lunes no habrá clase.
  • Ve Somtoday para los deberes.

Slide 23 - Slide

Periodo 1
Semana 43: 21 oct - 27 oct

SE 2: Gespreksvaardigheid
Over jezelf, een product omschrijven en het fysieke beschrijving.

SE 2: Schrijfvaardigheid
Over jezelf en toekomst.

Slide 24 - Slide

¿Hay preguntas?


Slide 25 - Slide

¡Hasta la próxima clase!

Slide 26 - Slide