H3.3 en H3.4

3.3 Zijden berekenen in een driehoek
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3 Zijden berekenen in een driehoek

Slide 1 - Slide

!! Heel belangrijk !!

Slide 2 - Slide

Symmetrie
Ken de eigenschappen van verschillende driehoeken

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Symmetrie

Gelijkbenige driehoek: 2 zijden zijn gelijk, 2 hoeken zijn gelijk (je herkent dit aan de tekentjes in de hoeken) 

Slide 5 - Slide

Symmetrie

Gelijkzijdige : 3 zijden zijn gelijk, alle hoeken zijn 60 graden  
Je kunt symmetrie-assen tekenen door alle drie de hoeken. 

Slide 6 - Slide

Symmetrie

Wat is de lengte van PR?

Slide 7 - Slide

Gelijkvormigheid
Bij gelijkvormigheid ga je op zoek naar de vergrotingsfactor

Slide 8 - Slide

Gelijkvormigheid
Gevraagd de lengte van BD
ED is evenwijdig met AB.  
Hieruit volgt dat driehoek EDC gelijkvormig is met driehoek ABC, want: 

driehoek EDC        driehoek ABC
  hoek E2             =     hoek A
  hoek D2             =     hoek B
  hoek C                =     hoek C

Slide 9 - Slide

Gelijkvormigheid (BD?) gevraagd BD




BD = BC - DC
BC = 3,6 x 2,6 = 9.35 cm
BD = 9,35 - 3,6 = 5,75 cm 

Slide 10 - Slide

Hiernaast zie je een zandloperfiguur
AB is evenwijdig met DE
Hoek A is even groot als:
A
hoek B
B
hoek C1
C
hoek D
D
hoek E

Slide 11 - Quiz

Hiernaast zie je wederom hetzelfde figuur. Welke hoek is gelijk aan hoek C1?

Slide 12 - Open question

Stelling van Pythagoras
Bereken KM

Slide 13 - Slide

Stelling van Pythagoras
rhz

Slide 14 - Slide

Goniometrie
SOS CAS TOA

Slide 15 - Slide

Goniometrie
SOS CAS TOA

Slide 16 - Slide

Maak testopgave op blz 134

Slide 17 - Slide

Samenvatting:
Zie je een rechthoekige driehoek --> Gebruik SOSCASTOA of Pythagoras

Zie je een zandloperfiguur of twee driehoeken op elkaar --> Gebruik gelijkvormigheid

Zie je 1 driehoek die gelijke hoeken heeft --> Gebruik Symmetrie

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Maken alle EVEN opdrachten van H3.3 in je schrift.

Slide 19 - Slide

Meteen door met uitleg H3.4?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Hellingspercentage

Slide 21 - Slide

Hellingspercentage
Hellingspercentage = Overstaande zijde : aanliggende zijde x 100
Als je de 2 rechthoekszijden weet en
ze vragen het hellingspercentage.

Slide 22 - Slide

Hellingspercentage

De steilheid van een helling wordt aangegeven met een hellingspercentage.
  • Deze bereken je met de tangens: (Je weet de hoek, ze vragen het HP)
    hellingspercentage = tan hellingshoek  x  100
  • Afspraak: hellingspercentage rond je af op gehelen.
  • Wanneer je het hellingspercentage hebt, dan kun uitrekenen hoe groot de hoek is door: (Je weet het HP, ze vragen de hoek)
    tan hellingshoek = hellingspercentage : 100
    Bij de berekening heb je uiteindelijk de inverse tangens nodig (tan-1)


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Huiswerk
Maken opdracht 37 tot en met 50 van H3.3 en H3.4 in je schrift.

Slide 28 - Slide