This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 211
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik
Leerdoelen
Uitleg BS 5
Oefenen met BS 5
Huiswerk
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Terugblik
Slide 3 - Slide
Een man heeft een gezonde en een zieke nier. Een nier zonder niersteen en een nier met niersteen. In zijn zieke nier wordt deel P afgesloten door een niersteen. Hoe heet deel P?
Slide 4 - Open question
BS 5: Het immuunsysteem (deel 1)
Slide 5 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
Slide 6 - Slide
Lichaamsvreemde stoffen
Alle stoffen die niet in je lichaam thuishoren
zijn lichaamsvreemde stoffen / antigenen.
Infectie kan veroorzaakt worden door
virussen of bacteriën.
Hoe houdt je lichaam deze stoffen buiten?
Slide 7 - Slide
Lichaamsvreemde stoffen
De huid houdt ziekteverwekkers buiten het lichaam.
Via de lucht en voedsel kunnen ziekteverwekkers binnendringen.
- Trilhaartjes + slijmvlies in de neus.
- Wordt naar de maag vervoert.
Slide 8 - Slide
Antigenen
Infectie: ontsteking veroorzaakt door ziekteverwekkers.
Het imuunsysteem/afweersysteem bestrijdt ziekteverwekkers.
Witte bloedcellen nemen ziekte-
verwekkers op en vernietigen ze.
Slide 9 - Slide
Antigenen
Ziekteverwekkers worden herkent door antigenen.
- Eiwitten op de celwand/celmembraan.
- Worden herkent door het immuunsysteem.
Slide 10 - Slide
Virus
Bacterie
Slide 11 - Slide
Antistoffen
Sommige witte bloedcellen maken antistoffen.
- Antistoffen: eiwitten die een ziekteverwekker onschadelijk maken.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Zijn er nog vragen?
Slide 14 - Slide
Oefenen met de leerdoelen!
Slide 15 - Slide
Wat is een afweereactie tegen lichaamsvreemde stoffen(antigenen)?
A
Het lichaam maakt enzymen.
B
Witte bloedcellen maken antistoffen.
C
Het lichaam wordt koud.
D
Witte bloedcellen vernietigen ze.
Slide 16 - Quiz
Antigen
Antigen
Antistof
Virus
Slide 17 - Drag question
Huiswerk
Maak van 3.5 opdracht 1, 2 en 6 (blz. 215)
Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.
Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens
Slide 18 - Slide
Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 211
Slide 19 - Slide
Planning
Terugblik
Leerdoelen
Uitleg BS 5
Oefenen met BS 5
Huiswerk
Afsluiting
Slide 20 - Slide
Terugblik
Slide 21 - Slide
Antigen
Antigen
Antistof
Virus
Slide 22 - Drag question
BS 5: Het immuunsysteem (deel 2)
Slide 23 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Je kunt omschrijven hoe allergieën werken.
Slide 24 - Slide
Immuniteit
Als er voldoende antistoffen aangemaakt zijn, wordt je beter.
Antistoffen blijven een tijd aanwezig in het bloed.
Witte bloedcellen onthouden de antistoffen die op het antigeen passen.
Wat gebeurt er wanneer dezelfde ziekteverwekker het lichaam binnendringt?
Slide 25 - Slide
Immuniteit
Als er voldoende antistoffen aangemaakt zijn, wordt je beter.
Antistoffen blijven een tijd aanwezig in het bloed.
Witte bloedcellen onthouden de antistoffen die op het antigeen passen.
Het immuunsysteem kan sneller reageren op dezelfde ziekteverwekker.
De ziekteverwekker wordt herkent en er kunnen snel grote hoeveelheden antistoffen gemaakt worden: Immuniteit
Slide 26 - Slide
Immuniteit
Slide 27 - Slide
Immuniteit
Wat betekenen natuurlijke immuniteit en kunstmatige immuniteit ?
Bespreek in tweetallen.
timer
1:00
Slide 28 - Slide
Natuurlijke immuniteit
Ontstaat door ziek te worden van de ziekteverwekker.
Bij een tweede besmetting wordt je niet meer ziek.
Kunstmatige immuniteit
Ontstaat door inentingen en vaccinaties.
Een vaccin bevat een dode of verzwakte ziekteverwekker.
Van een vaccin wordt je niet ziek, maar witte bloedcellen maken wel antistoffen.
Slide 29 - Slide
Vaccinatieschema
Slide 30 - Slide
Vaccinatiegraad
Vaccinatiegraad: het gedeelte van de bevolking dat gevaccineerd is.
Bij sommige ziektes is een hoge vaccinatiegraad nodig zodat deze niet over de bevolking kunnen verspreiden.