Oefen SO

Leerjaar / Niveau : 1 H/V en V 
Vak: Biologie
Onderwerp:  4.1 t/m 4.3 

Aantal vragen: 19.                                                       Maximaal te behalen punten: 31.
Toegestane tijd: 20 min. 
Te gebruiken hulpmiddelen: geen.

Instructies:  
  • Lees de vragen goed door en geef zo goed mogelijk antwoord.
  • Klik bij open vragen altijd op de knop 'bewaren'.
  • Heb je vragen, vraag de docent om hulp.
  • Check voordat je de toets inlevert of je alle vragen hebt ingevuld.
  • Ben je klaar? Lever dan de toets in! 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerjaar / Niveau : 1 H/V en V 
Vak: Biologie
Onderwerp:  4.1 t/m 4.3 

Aantal vragen: 19.                                                       Maximaal te behalen punten: 31.
Toegestane tijd: 20 min. 
Te gebruiken hulpmiddelen: geen.

Instructies:  
  • Lees de vragen goed door en geef zo goed mogelijk antwoord.
  • Klik bij open vragen altijd op de knop 'bewaren'.
  • Heb je vragen, vraag de docent om hulp.
  • Check voordat je de toets inlevert of je alle vragen hebt ingevuld.
  • Ben je klaar? Lever dan de toets in! 

Slide 1 - Slide

Tussen het spaakbeen en opperarmbeen zit bij de mens
A
een rolgewricht
B
een naad
C
een kogelgewricht
D
een scharniergewricht

Slide 2 - Quiz

Welk cijfer geeft in de
afbeelding het heiligbeen aan?
A
1
B
2
C
3

Slide 3 - Quiz

Als je lijmstof uit een bot haalt, wordt het bot zacht en buigzaam.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Tussen de ribben en de wervels zitten gewrichten.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

De borstkas beschermt je hart.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Welke stelling is juist of welke stellingen zijn juist?
Stelling 1: Weefsel 1 is te vinden in botten.
Stelling 2: Weefsel 2 is erg buigzaam.

A
Alleen stelling 1 is juist.
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.

Slide 7 - Quiz

Wat zit er in de ruimte tussen de cellen in de afbeelding links en wat zit daar in de afbeelding rechts?


A
Links zit tussencelstof en rechts ook.
B
Alleen links zit tussencelstof.
C
Alleen rechts zit tussencelstof.

Slide 8 - Quiz

Bij welke van deze beenverbindingen is de minste beweging mogelijk?
A
1
B
2
C
3

Slide 9 - Quiz

Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.
kraakbeenlaagje
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel
kapselbanden
gewrichtskogel
gewrichtskom

Slide 10 - Drag question

Scharniergewricht
Rolgewricht
Kogelgewricht

Slide 11 - Drag question

De bolle kant van een gewricht
De holle kant van een gewricht
vloeistof in gewricht
zorgt dat botten bij elkaar blijven
gewrichtskom
gewichtskogel
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel

Slide 12 - Drag question

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 13 - Drag question

Welk type gewricht zit er tussen de vingerkootjes?

Slide 14 - Open question

Hoe heet het deel van het skelet dat hier is afgebeeld met nummer 1?

Slide 15 - Open question

Noteer de namen van nummer
1, 2, 3 en 4.

Slide 16 - Open question

Noteer de namen van
nummer 3, 7, 9 en 24

Slide 17 - Open question

Bij een beenmergpunctie wordt er een stuk geel beenmerg uit het bot gehaald. Welk soort bot is hier niet voor geschikt en waarom?

Slide 18 - Open question

Wat wordt er in het rode beenmerg gevormd?

Slide 19 - Open question

In geel beenmerg is ... opgeslagen

Slide 20 - Open question

Wat is het verschil in het skelet tussen een baby en een 9-jarige kind.

Slide 21 - Open question