Les 1 Temperatuur

Welkom!
Ga lekker zitten
Leg je spullen klaar



Praktisch rekenen
Mw. van den Heuvel
1 / 27
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga lekker zitten
Leg je spullen klaar



Praktisch rekenen
Mw. van den Heuvel

Slide 1 - Slide

Incheck
Wie is er wel/ niet?
Hoe zit je er bij vandaag?

Slide 2 - Slide

Verwachtingen
- Jas in kluis of op de gang
- Telefoon in de bak
- Pen mee
- Je doet mee met de les
- Wees stil en luister naar uitleg
- Wees stil wanneer we werken

Slide 3 - Slide

Praktisch rekenen les 1
praktisch rekenlokaal


- Meten 1 - Temperatuur
-Praktische opdracht
Praktisch rekenen les 2
theorielokaal 11


- Rekenen oefenen
- ICT 2 (presentatie)

Slide 4 - Slide

To do:
- Uitleg onderwerp Temperatuur

- LessonUp-  gezamelijk
- Meten 1 - zelfstandig werken

Slide 5 - Slide

Doel van de les

Ik kan uitleggen wat temperatuur en thermometer betekenen en waar het voor wordt gebruikt.


Slide 6 - Slide

Noem woorden die bij
Temperatuur horen

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Vragen over het filmpje!

Slide 9 - Slide

lichaamstemperatuur
temperatuur binnen of buiten
digitale lichaamstemperatuur

Slide 10 - Drag question

Wat is de temperatuur in je lichaam?

Slide 11 - Open question

Rutger meet hoeveel koorts hij heeft
met een thermometer.
Gisteren had hij een temperatuur van 37,9 °C, vandaag is dat 39,8 °C.
Hoeveel graden is dit gestegen?
A
1,9 °C
B
2,1 °C
C
2,9 °C
D
2,5 °C

Slide 12 - Quiz

Waarom gaan mensen zweten
als ze het warm hebben?

Slide 13 - Open question

Wanneer heb je koorts?
A
Lichaamstemperatuur van 38,5 graden of hoger
B
Lichaamstemperatuur tussen de 37,5 en 38,5 graden

Slide 14 - Quiz

Bij welke temperatuur
kookt water?

Slide 15 - Open question

Temperatuur in een weerbericht

In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celsius.

Slide 16 - Slide

Hoeveel graden
wordt het vandaag bij ons?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

De temperatuur stijgt van 19 naar 23 graden. Hoeveel graden is de temperatuur gestegen?

Slide 19 - Open question

(klik op de afbeelding)

Welke dag heeft het grootste verschil tussen de minimum en maximum temperatuur?
A
zaterdag
B
zondag
C
maandag
D
dinsdag

Slide 20 - Quiz

Zelfstandig werken
Werken aan Meten 1
Pak je werkboek erbij

Slide 21 - Slide

Uitleg
1. Thermometer
Als je wilt weten hoe warm of koud iets is, gebruik je een thermometer. Een thermometer gebruik je om de temperatuur te meten.
Je kunt de temperatuur binnen en buiten meten. Daar gebruik je deze thermometers voor. 

Slide 22 - Slide

Uitleg
Analoge themometer
In een thermometer zit vloeistof.
Aan de hoogte van de vloeistof kan je zien wat de temperatuur is. Het getal of het streepje waar de vloeistof stopt, is de temperatuur.

Bij de analoge thermometer geeft de vloeistof de temperatuur aan. Het streepje of getal waar de vloeistof stop, geeft de temperatuur aan. 

Slide 23 - Slide

Uitleg
Digitale thermometer
Bij de digitale thermometer wordt de temperatuur aangegeven in cijfers. De temperatuur lees je af van de thermometer.

Koortsthermometer
Ook een mens kan de temperatuur van zijn lichaam meten (lichaamstemperatuur).
Dit doe je met een andere thermometer dan een buitenthermometer. Hier gebruik je een koortsthermometer voor.

Slide 24 - Slide

Zelfstandig werken
Ik maak: bladzijde 6, 7 en 8
Samen of alleen
Docent is beschikbaar voor uitleg

Ben je klaar?
Werkboekje Temperatuur

Slide 25 - Slide

Hoe vond je deze les?
010

Slide 26 - Poll

Wat was volgens jou het belangrijkste van deze les?

Slide 27 - Open question