Wonden en wondverzorging

Aan het eind van de les kun je in eigen woorden vertellen:
  • Wat is een wond?
  • Welke soorten wonden zijn er?
  • Hoe kun je wonden verzorgen?

  • Wat zijn je eigen leervragen over wonden?

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aan het eind van de les kun je in eigen woorden vertellen:
  • Wat is een wond?
  • Welke soorten wonden zijn er?
  • Hoe kun je wonden verzorgen?

  • Wat zijn je eigen leervragen over wonden?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van wonden?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

subcutis
epidermis
dermis

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Is dit een wond?
A
Ja, dit is een open wond
B
Ja, dit is een gesloten wond
C
Nee, dit is geen wond maar een blauwe plek
D
Nee, maar waarschijnlijk was het wel een wond

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Ontstaan wonden:
  • door mechanisch scherp geweld = open (bijv."skin tear")
  • door mechanisch stomp geweld = gesloten (ruptuur)
  • door niet-vaste voorwerpen = chemisch, elektrisch, straling, thermisch (verbranding, bevriezing)
  • overig: infectie, oncologische wonden, circulatiestoornissen (veel voorkomend, ulcus cruris, letterlijk; open been!) 

Slide 5 - Slide

scherp: schaaf, snij, steek, scheur, schot, beet (ook insectenbeet)
stomp: contusie, fractuur, luxatie (ontwrichting), orgaanruptuur (scheur in milt of lever bijvoorbeeld)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

open wonden
gesloten wonden
huid of slijmvlies beschadigd
schaafwond
snijwonden
scheurwond
huid of slijmvlies is heel
kneuzingen
chirurgische wond
inwendige scheur
van een orgaan

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Mechanische wond
Stralingswond
Infectiewond
Thermische wond

Slide 8 - Drag question

1 mechanisch
2 thermisch, verbranding
3 infectie
4 straling
WCS: indeling naar kleur

Slide 9 - Slide

Woundcare Consultant Society

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Granulerende wond
Necrotische wond
Exuderende wond

Slide 11 - Drag question

1 granulerend (rode wonde)
2 exuderend (gele aanslag = wondvocht)
3 necrotisch = afstervend
Wondgenezing
Primair: schoon en geneest zonder problemen
  • kleine, schone, gehechte of gesloten wond
  • nauwelijks littekenvorming

Secundair: niet schoon
  • wondinfectie, brede wonden, veel exsudaat
  • lang proces, littekenvorming, kwetsbare huid

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Complexe wond (=chronische wond)
  • Wond die binnen drie weken nog niet is genezen
Voorbeelden oorzaken: 
  • circulatiestoornis
  • hoge bloeddruk 
  • ontregelde diabetes

Gevolgen? infecties, amputaties, kwaliteit leven, kosten zorg


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Factoren wondgenezing
Lichamelijk; 
  • gezond of ziek? last van aandoeningen?
  • voedingstoestand?
  • medicijngebruik?
  • plek van de wond?

geestelijk; 
  • verslavingen? (alcohol, roken?)
  • therapietrouw? (wondbeleid hanteren?
  • draagkracht? (pijn)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wondgenezing
  1. Reactiefase: bloeding, bloedstolsel, ontsteking
  2. Regeneratiefase: herstelfase, vorming van granulatieweefsel (bloedvaatjes)
  3. Rijpingsfase: er ontstaan dun, soepel bindweefsel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ontstekingsreactie
  • Roodheid = rubor
  • Warmte = calor
  • Zwelling = tumor
  • Pijn = dolor
  • Verstoorde functie = functio laesa

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat zorgt ervoor dat er een korstje op een wond komt?
A
Bloedplasma
B
Erytrocyten
C
Leucocyten
D
Trombocyten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

primaire wondgenezing
secundaire wondgenezing
geen infectie
smalle ondiepe wondspleet
Belangrijke structuren beschadigd
gladde/scherpe wondranden
infectie
diep en of breed
rafelig en/of vuil
operatiewond

Slide 19 - Drag question

Primair = geen infectie / smalle ondiepe wondspleet / gladde scherpe wondranden / operatiewond

secundair = belangrijke structuren beschadigd / infectie / diep en-of breed / rafelig en/of vuil
dood weefsel
beslag
goed te genezen
gele wond
rode wond
zwarte wond

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Wond beoordelen TIME-model
  1. Tissue - weefsel
    Hoe is het weefsel? Is er vitaal of dood weefsel? 
  2. Infection - infectie 
    Is er een infectie of ontsteking te zien in het wondbed? 
  3. Moisture - vochtbalans
    Hoeveel vocht maakt de wond aan? Is de wond droog of nat? 
  4. Edge - wondrand
    Zijn de wondranden gezond? 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij wondzorg?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Wondzorg

  • Infectie voorkomen
  • Pijn bestrijden
  • Energie leveren voor wondgenezing
  • Gewonde lichaamsdeel ontzien
  • Bloed en lymfevocht aanvullen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je deze wond
het beste verzorgen
A
Afdekken met droog steriel gaas
B
Spoelen en afdekken met schuimverband
C
Afdekken met een vet gaas
D
Niet afdekken: genezen aan de buitenlucht

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan je deze wond
het beste verzorgen
A
Afdekken met droog steriel gaas
B
Spoelen en afdekken met schuimverband
C
Afdekken met een vet gaas
D
Niet afdekken totdat de korst loslaat

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een wond die niet wil
genezen. Wat is nu een
mogelijke wondbehandeling?
A
Therapie met antibiotica
B
Dood weefsel wegknippen
C
Therapie met maden
D
Operatie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Alarmerende symptomen die na de wondverzorging kunnen ontstaan?

Slide 28 - Mind map

• Pijn
• Lekkage van wondvocht
•Te strak of te los zittend verband
. Jeuk
• Koorts
• Kloppend gevoel in de wond
• Toename van het gevoel van ziek zijn
privacy maatregelen die je moet nemen bij de wondverzorging?

Slide 29 - Mind map

• Sluit gordijnen of deuren. Zet in een instelling ook het aanwezigheidssein aan.
• Leg alle materialen klaar voordat je begint met de wondverzorging.
• Loop niet zomaar weg tijdens de handeling. Ga ook niet direct in op verzoeken van collega’s, tenzij er een noodsituatie is.
• Praat niet met luide stem over hoe het met de wond gaat of wat je aan het doen bent.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vertel in eigen woorden:
  • Wat is een wond?
  • Welke soorten wonden zijn er?
  • Hoe kun je wonden verzorgen?

  • Heb je nu nog leervragen over wonden?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions