What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Le verbe aller et le futur proche chap5
Le verbe
aller
et le
futur proche
Grammaire
chapitre 5 Bron H
p 70
In deze les ga jij het werkwoord "
aller" [ gaan
] in de "présent/ott" leren gebruiken en jij gaat leren zinnen maken met de
toekomende tijd =
le futur proche
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Le verbe
aller
et le
futur proche
Grammaire
chapitre 5 Bron H
p 70
In deze les ga jij het werkwoord "
aller" [ gaan
] in de "présent/ott" leren gebruiken en jij gaat leren zinnen maken met de
toekomende tijd =
le futur proche
Slide 1 - Slide
Werkwoord: ALLER
Werkwoord: ALLER
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
je vais
= ik ga
tu vas
= jij gaat
il va
= hij gaat
elle va
= zij gaat
on va
= men gaat
/ we gaan
nous allons
= wij gaan
vous allez
= jullie gaan / U gaat
ils vont
= zij gaan [mannelijk]
elles vont
= zij gaan [vrouwelijk]
Slide 4 - Slide
Aller = gaan
Slide 5 - Slide
Let op
"
il
" kan ook door een mannelijke naam vervangen worden
zoals Pierre, Paul, Jacques...
"
elle
" kan ook door een vrouwelijke naam vervangen worden
zoals Jeanine, Antoinette, Marie-Thérèse...
Slide 6 - Slide
Let op
"
ils
" kan ook vervangen worden door bijvoorbeeld :
Pierre et Jacques vont
au cinéma.
"
elles
" kan ook vervangen worden door bijvoorbeeld :
Louise et Lucie vont
à la plage.
Slide 7 - Slide
Let op
Als er een jongensnaam en een meisjesnaam bij elkaar komen dan schrijf je / zeg je = ILS
Pierre et Marie
vont à la piscine =
ILS
vont à la piscine.
Slide 8 - Slide
Tu (aller)
A
vais
B
as
C
es
D
vas
Slide 9 - Quiz
Martin....au marché.
A
va
B
vont
C
vas
D
vais
Slide 10 - Quiz
Isabelle et Benjamin ....
au restaurant
A
vais
B
vont
C
va
D
allons
Slide 11 - Quiz
Mes parents.......en vacances.
A
allez
B
va
C
vont
D
allons
Slide 12 - Quiz
Mon frère et moi....au collège.
A
vont
B
allons
C
va
D
vais
Slide 13 - Quiz
Le verbe aller au futur proche
Slide 14 - Slide
Futur proche = aller + infinitief
Slide 15 - Slide
www.youtube.com
Slide 16 - Link
Exercices
Exercice 1 (sur le verbe aller):
http://learningapps.org/422136
Exercice 2:
http://learningapps.org/838986
Exercice 3:
http://learningapps.org/838957
Exercice 4:
http://learningapps.org/839021
Kopieer de link in een nieuw balk en maak elk opdracht online
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
More lessons like this
Aller 2
March 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1ha- 10-6- CO U7 - aller
June 2020
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Le verbe aller; le futur proche;passé composé +description physique
November 2022
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
24-les18april-3h-Le verbe aller et le futur-chap6-revision
April 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1vwo H5: herh + verdieping Aller + futur proche
March 2021
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Le futur proche et le passé récent
February 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Secundair onderwijs
Grammaire 1bkt & 1th
June 2020
- Lesson with
48 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Ch 6 demander la route et verbe aller 1HA en A
May 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1