H2: De invloed van ijs op het klimaat NLT IJs en Klimaat

NLT IJs en Klimaat H2
H. 2: De invloed van ijs op het klimaat 
NLT Module
IJs en Klimaat
Hoe ontstaat een ijstijd eigenlijk?
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

NLT IJs en Klimaat H2
H. 2: De invloed van ijs op het klimaat 
NLT Module
IJs en Klimaat
Hoe ontstaat een ijstijd eigenlijk?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vijf grote factoren die kunnen leiden tot verandering van klimaat

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vijf grote factoren die kunnen leiden tot verandering van klimaat
Conditionele factoren (=voorwaarden)
1. Ligging van de continenten
Platentektoniek. Huidige verhouding = perfecte verhouding voor verplaatsing van warm en koud door de zeestromen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe beïnvloed de ligging van de continenten het klimaat denk je?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Bewegen van de aarde noem je: Platentektoniek

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Wat dit plaatje niet laat zien is het oppervlakte water de diepte in gaat. Een deel van de
noordwaartse stroming koelt zoveel af dat het zwaarder wordt en naar de diepte zinkt. Daar stroomt
het terug naar het zuiden. Netto over de hele water kolom gaat er net zoveel water naar het zuiden
als het noorden, daardoor hoopt het niet aan 1 kant op.
Oppervlakte temperatuur oceanen
Kijk naar de breedtegraden
  • ------------------------------------------------------------------------

Slide 8 - Slide

Warm/rood rond de
evenaar en koud/blauw bij de polen. Het water bij west Europa is warmer dan op andere plaatsen op
deze breedtegraad. Op dezelfde breedtegraad zie je veel kouder water in de Stille Oceaan en
Zuidelijke Oceaan.
Noord Atlantische oceaan

Slide 9 - Slide

Als we inzoomen zien we dit nog beter. De Golfstroom en Noord Atlantische Stroom nemen
warm water van de tropen meer naar het noorden. Een deel draait terug in de subtropische gyre,
maar een deel gaat door en koelt onderweg af. Een veel kleinere, smalle, stroming brengt koud water
en ijs vanuit het noorden mee naar het zuiden.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vijf grote factoren die kunnen leiden tot verandering van klimaat
Conditionele factoren (=voorwaarden)
1. Ligging van de continenten
2. Variaties van de baan van de aarde
om de zon en stand aardas 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2. Variaties van de baan van de aarde
om de zon en stand aardas 
   Milankovic

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Seizoenen
Linker aarde staat het Noordelijkhalfrond naar de zon; daar dus meer zon --> zomer
Van zomer naar winter = herfst (onderste)
Rechter aarde staat het Noordelijkhalfrond meer van de zon af, dus minder energie --> Winter

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Milankovic variabelen

  1. Excentriciteit: cirkelvormige baan aarde
  2. Scheefheid: scheve stand aardas
  3. Precessie: tollende beweging aarde

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Milankovic; als alles samen valt

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vijf grote factoren die kunnen leiden tot verandering van klimaat
Conditionele factoren (=voorwaarden)
1. Ligging van de continenten
2. Variaties van de baan van de aarde
om de zon en stand aardas 
3. Hoeveelheid zonneenergie die de aarde ontvangt
Zonneintensiteit: hoe meer zonnevlekken, hoe actiever de zon en warmer de aarde 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welk shirt wordt
warmer in de zon?
A
het witte shirt
B
het zwarte shirt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

= albedo effect


Hoe komt dat?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

= albedo effect

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Albedo-effect
Albedo = het weerkaatsend vermogen van de aarde

Albedo
Albedo = het weerkaatsend vermogen van de aarde

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppelingen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Als het warmer wordt op aarde, dan smelt zee- en landijs en wordt dit vervangen door zee.
Wat heeft een hoger albedo?
A
Zee
B
Ijs

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met het albedo en de temperatuur als er minder ijs en juist meer zee is?
A
Albedo neemt toe Temperatuur neemt toe
B
Albedo neemt toe Temperatuur neemt af
C
Albedo neemt af Temperatuur neemt toe
D
Albedo neemt af Temperatuur neemt af

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Positief terugkoppelingsmechanisme
Opwarming en afkoeling van de aarde kunnen versterkt worden door positieve terugkoppelingsmechanismen --> proces dat zichzelf versterkt





Albedo
Albedo = het weerkaatsend vermogen van de aarde

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Positieve terugkoppeling

De verdeling van energie over de aarde kan verschillen .
In gebieden op hoge breedte kan er meer sneeuw vallen dan er afsmelt. 
Er ontstaat een positieve terugkoppeling.
Meer ijs ➔ albedo neemt toe ➔ lagere temperaturen ➔ meer ijs --> albedo neemt toe, etc.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vijf grote factoren die kunnen leiden tot verandering van klimaat
Conditionele factoren (=voorwaarden)
1. Ligging van de continenten
2. Variaties van de baan van de aarde
om de zon en stand aardas 
3. Hoeveelheid zonneenergie die de aarde
ontvangt
4. Vulkaanuitbarstingen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vijf grote factoren die kunnen leiden tot verandering van klimaat
Conditionele factoren (=voorwaarden)
1. Ligging van de continenten
2. Variaties van de baan van de aarde
om de zon en stand aardas 
3. Hoeveelheid zonneenergie die de aarde
ontvangt
4. Vulkaanuitbarstingen
5. Meteorietinslag (Chicxulubkrater bij Yucatan, 65.000.000 jaar geleden
Meteoriet inslagen: 200 per dag, weinig impact, 10km brede meteoor wel veel impact.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

NLT IJs en Klimaat H2
H. 2: De invloed van ijs op het klimaat 


Op welke manier zie je dat terug?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Temperatuur in het Kwartair

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de zeespiegel TIJDENS en
NA een ijstijd?
A
tijdens stijgt de zee na daalt de zee
B
tijdens stijgt de zee na stijgt de zee nog meer
C
tijdens daalt de zee na daalt de zee nog verder
D
tijdens daalt de zee na stijgt de zee

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Ijstijd, lage zeespiegel
Na de ijstijd, hoge zeespiegel

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Temperatuur in het Kwartair

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Volgende hoofdstukken:
H. 3: IJs als klimaatarchief 
H. 4: IJs en klimaatverandering, de huidige situatie  
H. 5: IJs en klimaatverandering, de toekomst 
Volgende les
Hoofdstuk 3
-  Hoe kunnen we het verleden reconstrueren?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Rest van deze les:
  1. Lever uiterlijk maandag 11 december 23:59 een concept versie van je artikel in via Classroom.

  2. Bekijk de theorie en:
    - maak een samenvatting
    - maak de opdrachten van Hoofdstuk 1 en 2

Slide 34 - Slide

This item has no instructions