Samentrekkingen - niveaus

Grammatica 
Over samentrekkingen. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica 
Over samentrekkingen. 

Slide 1 - Slide


Leerdoelen:
- Je kunt een zin op de juiste manier samentrekken.
-Je kunt benoemen hoe een zin is samengetrokken.

Slide 2 - Slide

Het park
Tijdens de middaguren en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere mensen ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen. 
Op koude dagen en op regenachtige dagen is het wel wat rustiger. 

Slide 3 - Slide

Het park
Tijdens de middaguren en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere mensen ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen. 
Op koude dagen en op regenachtige dagen is het wel wat rustiger. 

Slide 4 - Slide

Het park
Tijdens de middag- en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen. 
Op koude en regenachtige dagen is het wel wat rustiger. 
Door woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren. 

Slide 5 - Slide

Wat is geen samentrekking?
A
huis- tuin- en keukenspullen
B
blauwe en groene schoenen
C
hotel-restaurant
D
kook- en bakboeken

Slide 6 - Quiz

Welke samentrekking (op woordniveau) is juist geschreven?
A
honden en - kattenbak
B
honden en kattenbak
C
honden- en katten bak
D
honden- en kattenbak

Slide 7 - Quiz

Woordniveau

weglatingsstreepje ( - )

Voorbeelden
keukenstoel en -tafel
zon- en feestdagen
kleinzonen en -dochters
Woordgroepniveau

Binnen een woordgroep worden een of meer hele woorden weggelaten. 

Ik zie daar hele kleine eenden en ganzen lopen. 

Slide 8 - Slide

Woordniveau

weglatingsstreepje ( - )

Voorbeelden
keukenstoel en -tafel
zon- en feestdagen
kleinzonen en -dochters
Woordgroepniveau

Binnen een woordgroep worden een of meer hele woorden weggelaten. 

Ik zie daar hele kleine eenden en ganzen lopen. 

Slide 9 - Slide

Welk woord is samengetrokken op woordniveau?
A
lage bergen en ook hoge
B
dure ringen en armbanden
C
Ik wil en krijg een nieuwe fiets.
D
binnen- en buitenband

Slide 10 - Quiz

Woordgroep:

Ik heb leuke cadeautjes en stomme cadeautjes gekregen.
-> Ik heb leuke en stomme cadeautjes gekregen.



Zinsniveau:

Je wilt een leuk cadeautje en je krijgt een leuk cadeautje.
-> Je wilt en krijgt een leuk cadeautje. 



Wat laat je weg?
'een leuk cadeautje' 
-> een heel zinsdeel wordt weggelaten.
Wat laat je weg? 'cadeautje' -> als onderdeel van de woordgroep.

Slide 11 - Slide