globaal en intensief lezen

globaal en intensief lezen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

globaal en intensief lezen

Slide 1 - Slide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 1hvd

Vandaag...
- Stillezen
- Lezen hoofdstuk 17: globaal en intensief lezen





Leerdoel
- Ik weet wat leesstrategieën zijn en wat globaal en intensief lezen is
Huiswerk

Slide 2 - Slide

timer
15:00

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 17

- Leesstrategieën

- Globaal en intensief lezen

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën



Een tekst lezen kan je op verschillende manieren, met verschillende strategieën (= aanpak of plan). Welke strategie je kiest, hangt af van het doel waarmee je de tekst wil lezen.

Bepaal dus altijd eerst je doel en kies daarna de juiste leesstrategie. 

Slide 5 - Slide

Leesstrategieën
- Globaal lezen
- Intensief lezen
- Zoekend lezen
- Lerend lezen
- Kritisch lezen

We gaan het vandaag hebben over globaal en intensief lezen.

Slide 6 - Slide

LESDOEL:
Je leert wat leesstrategieën zijn en hoe je globaal en intensief kunt lezen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lees blz. 70.
Wat denk jij dat een leesstrategie is?
(Kies de beste omschrijving.)
A
Een ander woord voor tekstdoel
B
Een manier om een tekst te lezen
C
Het onderwerp van een tekst
D
De titel van een tekst

Slide 9 - Quiz

Leesstrategie
  • Elke tekst lees je op een andere manier. 
  • Dit hangt af van het doel dat je hebt met een tekst
    (Wil je iets van de tekst leren? Zoek je iets? Lees je het ter ontspanning?)
  • Afhankelijk van je doel, kies je een leesstrategie:
    een manier om de tekst te lezen

Slide 10 - Slide

1. Globaal lezen
Je wilt (snel) weten:
 - waar een tekst over gaat
- of een tekst interessant is voor jou
Je leest: 
de titel, de inleiding (eerste alinea), tussenkopjes, eerste zinnen van alinea's, slotalinea (laatste alinea) en afbeeldingen
Bedenk:
  • Wat weet je al van het onderwerp?
  • Waar zou de tekst over kunnen gaan? 

Belangrijkste boodschap staat vaak in de inleiding of slotalinea. 


Slide 11 - Slide

2. Intensief lezen
  • Je wilt de tekst begrijpen
  • Je leest de tekst van begin tot eind 
  • Je probeert elke zin te snappen
  • Woorden die je niet kent, zoek je op

Voorbeelden: je leesboek of de tekst uit het boek voor Nederlands (of een ander vak)
 


Slide 12 - Slide

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 10 blz. 70

Slide 13 - Slide